Part 1: Chapter 7
Part 1:
You can run,
You can hide,
but you can't Change the tide.
You can run,
You can hide,
but you can't Change the tide.
Leon point of view.
Als we binnen lopen hangt er een kille sfeer. We kijken in elk hoekje dat er maar is, maar nergens is Steve te bekennen. Opeens horen we een lach. Ik draai me om en de waarzegster staat er. Ze kijkt ons geniepig aan. “ MWHAHA” lacht ze weer, ik kijk haar dom aan. “zozo jongens, wat een lach.” Gniffel ik en doe haar lach na. Ze kijkt ons aan en pakt Ruben bij zijn hand. Hij probeert zich los te maken, wat niet gaat. Ik schiet op de vrouw af en begin haar te slaan en te schoppen. “ Laat mijn broertje met rust! “ “HET IS BROER!” zegt hij en trekt dan pijnlijk gezicht als de waarzegster een ruk aan mijn handen geeft. Ik geef haar een klap in haar gezicht en trek Ruben snel los. We rennen met zijn drieën naar buiten. “Wacht!” Roept Sun dan. We blijven staan en kijken hem vragend aan. “ja en Steve dan? We kunnen hem niet achter laten.” “Je hebt gelijk.” Zegt Ruben en kijkt ons een voor een aan. “Maar ik moet plassen.” Zeurt Sun. Ik kijk hem dom aan en allen lopen we naar de toilet. “Ik hoef niet, ik wacht hier wel.” Mompel ik en ga op een bankje zitten. Ruben en Sun lopen naar binnen en ik staar naar een paar kinderen die langs lopen.
Ik schrik op als er een hand op mijn schouder word gelegd. Ik draai me om en zie de waarzegster staan. Ik kijk haar met bange ogen aan, Probeer nog weg te vluchten. Maar het is te laat, de vrouw heeft me stevig vast en duwt me de bosjes in. “Laat me los!” Gil ik hysterisch en probeer me los te wringen. “niets daarvan!” zegt ze en pakt me nog steviger vast. Met haar andere hand legt ze haar hand voor mijn mond. Ik begin te gillen maar veel hoor je er niet van. “Stil kreng!” sist ze.
Als we binnen lopen hangt er een kille sfeer. We kijken in elk hoekje dat er maar is, maar nergens is Steve te bekennen. Opeens horen we een lach. Ik draai me om en de waarzegster staat er. Ze kijkt ons geniepig aan. “ MWHAHA” lacht ze weer, ik kijk haar dom aan. “zozo jongens, wat een lach.” Gniffel ik en doe haar lach na. Ze kijkt ons aan en pakt Ruben bij zijn hand. Hij probeert zich los te maken, wat niet gaat. Ik schiet op de vrouw af en begin haar te slaan en te schoppen. “ Laat mijn broertje met rust! “ “HET IS BROER!” zegt hij en trekt dan pijnlijk gezicht als de waarzegster een ruk aan mijn handen geeft. Ik geef haar een klap in haar gezicht en trek Ruben snel los. We rennen met zijn drieën naar buiten. “Wacht!” Roept Sun dan. We blijven staan en kijken hem vragend aan. “ja en Steve dan? We kunnen hem niet achter laten.” “Je hebt gelijk.” Zegt Ruben en kijkt ons een voor een aan. “Maar ik moet plassen.” Zeurt Sun. Ik kijk hem dom aan en allen lopen we naar de toilet. “Ik hoef niet, ik wacht hier wel.” Mompel ik en ga op een bankje zitten. Ruben en Sun lopen naar binnen en ik staar naar een paar kinderen die langs lopen.
Ik schrik op als er een hand op mijn schouder word gelegd. Ik draai me om en zie de waarzegster staan. Ik kijk haar met bange ogen aan, Probeer nog weg te vluchten. Maar het is te laat, de vrouw heeft me stevig vast en duwt me de bosjes in. “Laat me los!” Gil ik hysterisch en probeer me los te wringen. “niets daarvan!” zegt ze en pakt me nog steviger vast. Met haar andere hand legt ze haar hand voor mijn mond. Ik begin te gillen maar veel hoor je er niet van. “Stil kreng!” sist ze.
Er zijn nog geen reacties.