Hd. 11: Her whisper is the lucifer.
Zwijgend zitten we in de auto naar huis. Ik kijk naar buiten. De natuur en omgeving flitst aan ons voorbij, maar het lijkt allemaal zo onwerkelijk. Alsof het er niet echt is, maar enkel geprojecteerd wordt op een groot doek wat ze me voorhouden. Alsof ik opgesloten zit in een droom waar ik niet aan kan ontsnappen. Ik wil opkijken, naar zijn gezicht kijken en zeggen dat ik van hem houd, maar ik kan het niet. Het voelt alsof ik vastgeketend ben aan het raam, alsof ik een zonde zou begaan als ik me nu toe zou laten. Misschien was het wel beter zo, misschien was de kille stilte die tussen ons heerste wel beter zo, omdat hij nu niet tegen me schreeuwt, en ik zijn humeur niet verstoor met mijn gehuil. Ik probeer de droge brok in mijn keel weg te slikken, maar zonder enig succes.
De auto mindert vaart en staat binnen een mum van tijd stil op de oprit naar zijn huis. Het huisje is van middelmatige grote, genoeg voor een compleet gezin om in te wonen. Het verschil zit in het feit dat hij er alleen woont en ik regelmatig bij hem slaap, net zoals vanavond. Ik opende de deur en piepte zachtjes toen deze naar mijn mening veel te veel geluid maakte. Mijn voeten krassen zacht op het lichtgrijze grint en ik sla de deur lomp dicht. Het verbaasd me dat David me nog geen verdere verbeteringen heeft toegesnauwd, wat gewoonlijk zijn persoonlijke hobby lijkt te zijn. Hij pakt mijn hand vast als we naar het huis toe lopen en hoewel ik het liever niet heb, zeg ik er niets van.
Zijn handen voelen niet veilig, zoals ze meestal wel aanvoelen. Er is niets terug te vinden van de veilige en vertrouwde haven waar ik naar toe kon rennen zodra ik bescherming nodig had. Zijn handen voelen klammer aan dan normaal en hoewel ik er een waarde aan gehecht heb, vind ik het nu vreselijk. Het is wonderbaarlijk hoe iemand waar je van houdt in enkele seconden kan veranderen in een monster. Een monster die je niet meer in de ogen durft te kijken, omdat je elk persoonlijk contact probeert te vermijden.
Hij duwt de sleutel in het slot en draait deze om. De deur gaat met een krakend geluid open en ik loop direct door naar boven. Niet in staat om eerst mijn jas uit te doen en op de kapstok te hangen. De stappen die ik zet om de trap op te komen voelen zwaar aan. Mijn benen zijn vermoeid, voelen als lood aan. Het is niet gek dat ik vrijwel nooit op hakken loop, mijn knieën zijn er gewoon te slecht voor. Eindelijk bereik ik de laatste trede. Ik schud mijn jas uit en loop Davids kamer in, waar ik het kledingstuk op het bed gooi. Het grote, tweepersoonsbed. De lakens en dekens lagen nog verkreukt door de liefdevolle nacht die we hadden gehad. We hadden zwijgend in elkaars armen gelegen, lieftallig in elkaars ogen gekeken en gelachen. Nu kon ik enkel nog huilen om die herinnering. Omdat ik niet kon begrijpen hoe deze liefde zo snel voorbij kon zijn. Ik snap niet wat er mis is met me, omdat dit niet de eerste keer is dat hij zo uitgevallen is tegen me. Het is soms zelfs erger geweest. Ik trek mijn jurkje over mijn hoofd uit en laat deze op de grond neervallen. Op mijn pumps loop ik door naar de kledingkast, waar we een klein deeltje vrij hadden gemaakt voor mijn kleding. Voornamelijk zomerjurkjes, spijkerbroeken, rokjes en zomertruitjes. Niks wat de grote blauwe plek op mijn pols zou verbergen, die zeker op zou komen.
Sorry dat ik zon kleine stukjes op quizlet zet, maar er is een irritant kind dat om de 5 seconden vraagt of ik het wil posten. Ook al heb ik pas 300 woorden. Maar verder houd ik wel van dr hoor
Reacties zijn lief! <3
Reageer (4)
Ik ben helemaal blij met David (L)
1 decennium geledenVerder^^
Btw, Katje heeft een thuis! Bij een andere nicht haha!
spannend!snel verder(Y)
1 decennium geledenMisschien wel, misschien niet. Daar kom je binnenkort wel achter, haha. xd
1 decennium geledendamn, hij gaat haar toch niet slaan he??
1 decennium geledensnel verder gaan hoor!!!