Foto bij Hunt

Jaaa, mijn eerste hoofdstuk dat niet als dagboek is geschreven:D
Laat me weten wat je ervan vind. Tips zijn ook altijd welkom.

“Hoi meneer Bouwman.”
“Hallo Luna, hoe is het met je?”
“Gebruikelijk”, Gromde ik.
Mijn buurman keek me scheef aan. Normaal was ik niet zo bot maar ik kon het niet helpen. Als ik niet snel bij hem uit de buurt kon komen zou ik mezelf verliezen en hem aanvallen. Zo snel als ik kon liep ik door naar het park, dat leek me de beste plek om te beginnen. Het was de eerste plek waar ik aan kon denken als ik naar dieren zocht. Jagen op dieren, ik weet niet of het werkt maar het is het proberen waard. Het gebeurt ook in al die boeken, dus waarom zou het in het echt niet ook werken.
Er rijdt een auto voorbij. Ik zet me al schrap voor de drang naarvbloed, maar het komt niet. De auto waar zo te zien een gezin in zat rijdt me zonder problemen voorbij. Van alleen het 'zien' van mensen krijg ik dus blijkbaar geen honger.
Maar waar zou het dan vandaan komen? Reuk misschien? Dat zou betekenen dat mijn neus heel veel sterker was geworden. Nee dat kon niet want alles rook nog het zelfde als altijd. Behalven, misschien, als ik alleen voor de geur van bloed gevoeliger ben geworden.
Met een schok verstijf ik en wordt ik uit mijn gedachten gescheurd. Ik kijk nog net toptijd op om te zien hoe een oude man met een hond me voorbij loopt. Pas daarna, toen ik om me heen keek realiseerde ik me dat ik al in het park was. Blijkbaar was ik zo in gedachten verzonken geweest dat ik niet merkte waar ik heen liep. Op dat zelfde moment realiseerde ik me nog wat anders: De mensen in het park. Het was vandaag misschien bewolkt maar verder wel mooi weer. Het leek wel of de halve stad zich vandaag in het park had verzamelt.
Misschien zou ik beter terug naar huis kunnen gaan, er zijn hier te veel mensen. Maar nee, ik kan nu niet weer terug naar huis en op die manir mijn familie weer in gevaar brengen. Ik besloot van het pad te gaan, zo ver mogelijk het omringende bos in.
Na mezelf vijf minuten door de begroeiing heen te hebben geworsteld besloot ik dat ik ver genoeg het bos in was, maar wat nu. Misschien had ik nooit verwacht zo ver te komen, want ik had helemaal niets bij me om dieren te vangen. Nu ik er goed over na dacht wist ik niet eens of er wel dieren in het park zaten. Verslagen zak ik daarom tegen een boom naar beneden, waar ik bleef zitten.
Ik weet niet hoe lang ik daar heb gezeten, maar na een tijdje hoorde ik wat geritsel in de struiken. Toen ik op keek zag ik een klein bruin konijntje zitten. Mijn eerste reactie was opluchting, er waren hier dus toch dieren. Daarna teleurstelling. Het dier was erg klein en het zag er totaal niet smakelijk uit. Het keek me nieuwsgierig aan met zijn schattige bolle oogjes. Hoe kon ik dat beestje nou pijn doen, het was zo weerloos en schattig. Ik voelde me een monster maar ik wist dat ik nu niet zo stom moest doen. Ik ben nooit vegetarisch geweest en heb dus altijd dode dieren gegeten. Dit keer moest ik het dier alleen wel zelf vermoorden. Wat raar eigelijk dat zoiets zo'n verschil kon maken.
Ik sloot mijn ogen en concentreerde me op mijn dorst. Een vreemd gevoel overviel me, het voelde alsof iets binnenin me de leiding overnam. Ik rook het diertje nu, voelden de aanwezigheid ervan. Ik weet niet hoe het gebeurden, maar voor ik het wist had ik het konijn te pakken en had ik mijn tanden erin gezet. Het dier smaakte vreselijk maar de warme vloeistof voelde goed aan mijn keel en verminderde de dorst. Ook voelde ik hoe een prettige warmte zich in mijn lichaam verspreidde.
Veel te snel voelde ik de dorst weer terug komen en merkte ik dat het konijn leeg was. Het zag er nu niet meer schattig uit, alleen dood. Vol zelfwalging veegde ik het bloed van mijn mond. Het konijn besloot ik onder een struik leggen waar andere dieren het vast wel zouden vinden.
Het kleine dier had mijn dorst nauwelijks vermindert. Het konijn was veel te klein geweest. Maar ik wist nu hoe het ongeveer werkte. Ik focuste ik me weer op mijn dorst. Een tijd lang stond ik daar alleen maar, als een van de bomen die me omringde. Het voelde best stom daar zo te staan zonder dat ik iets voelde of enige dierlijke aanwezigheid merkte, tot… Ik voelde hoe ik mezelf opnieuw verloor, tot ik het fijne gevoel mijn lijf weer voelde opwarmen. Dit dier was groter en spartelde in het begin erg tegen. Toen het helemaal leeg was en ik me van de restanten los scheurde zag ik dat het een hert was geweest.
Mijn honger leek nu aardig gestild. Ik voelde me als herboren en nog beter, ik had genoeg vertrouwen in mezelf om weer naar huis te gaan.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen