Chapter Four.

Lieske, Marloes en Teuntje waren geland op het strand. Het zand voelde anders aan dan thuis. Veel zachter en fijner. 'En nu?', Vroeg Lieske. 'Ik ben zelf best wel moe. ', Gaf Marloes toe. 'Dus ik zou wel ergens willen slapen.'
'Hadden we maar hangmatten meegenomen.', Bedacht Lieske ineens. Marloes knikte. 'Hadden we daar maar aan gedacht.' Ze zuchtte. 'Een nachtje op een gewoon palmblad moet ook lukken, bouwen we daarna een boomhut ofzo.', Grijnsde Marloes. Lieske knikte. 'Goed idee.'
Jurjen las de afscheidsbrief nog eens. Hij kon het niet geloven, ze waren echt weg. Het moest dus wel mogelijk zijn, het kon niet anders. Marloes zou hem nooit achterlaten voor een wonderwereld die niet zou bestaan.
'Lieve Jurjen,
Als je dit leest ben ik weg. Mijn ouders zullen niet weten waarheen, niemand eigenlijk. Maar als je goed nadenkt weet jij het wel. Twee jaar geleden hadden Lieske en ik een vreemd idee. Neverland...
De tweede ster rechts, en dan rechtdoor tot het ochtend wordt. In het kastje naast mijn bed staat limoenwater en koekjes, voor als je ook wilt komen...
En als je niet wilt komen, vaarwel. Ik zal je missen, maar dat weet je.
Ik hou van je,'
Aan de ene kant begreep hij wel waarom ze weggegaan was, ze had het beloofd aan Lieske. En het was een wonderwereld, een paradijs. Aan de andere kant was hij verdrietig en kwaad dat ze hem had achtergelaten, zonder hem van te voren in te lichten.
Hij had zijn keuze snel gemaakt, hij zou gaan. Zijn belofte zou hij houden, dat hij haar nooit meer zou laten gaan. Zelf wist hij ook dat ze hem miste, en andersom was het net zo.
Reageer (1)
<3
1 decennium geleden