Chapter 15

Jack pov.

Ze wist het antwoord! Ik draai aan de schijf, naar rechts. Een nieuwe kaart ontstaat en een nieuw raadsel verschijnt. Nog vager dan de vorige. Als zwart wit is en wit zwart is wat is grijs dan? Huh? Ik lees het raadsel nog een keer. En ik dacht dat die andere moeilijk was. Zal ik vragen of maudy me wilt helpen? Ze is goed in raadsels. Oke, vooruit. Ik liep naar buiten. “Jones! Komen!” ik hoorde gestommel van de trap. “Present” ik glimlachte. “ik heb nog een raadsel voor je, kom binnen.” Ik liet hiij binnen en trok de deur weer dicht. “Ga zitten.” Ze ging weer op de kist zitten. “oke, deze is vaag heel vaag.” “dat zei je van die andere ook” zeg ik lachend. “doet er niet toe, luister, als zwart wit is en wit zwart is wat is grijs dan?” maudy fronste haar wenkbrouw. “ik weet dat ze in piraten boeken, de piraten altijd duisterder maken en de helden oplichten. Dus dan zou ik denken. Piraten zijn zwart en helden zijn wit. Dus dan krijg je. Als piraten helden zijn en helden piraten wat zijn de burgers dan?” ik zetten een grote glimlach op. “een middenweg! Via de burgers komen de piraten bij de helden en de helden bij de piraten, dus de burgers zijn een middenweg! We moeten rechtdoor!” ik liep snel naar mijn bureau en draaide aan de kaart. De kaart lichte op, er onstond een nieuwe route met een nieuw raadsel. Onleesbaar. Het stond in een andere taal. ik trok zijn bovenlip op. “deze taal ken ik niet, het is de taal van onheils.” “je zei dat je hem niet kende” zegt maudy. “Ik ken hem kwa zien, maar niet lezen of spreken, ik ken wel iemand maar dan moeten we verder reizen.” Ik keek maudy aan. “wie?” ik zuchte. “iemand die ik graag zou willen vergeten maarja, Tia zij spreekt de onheilstaal, ze heeft het uitgevonden en verbetert. Bij haar moeten we wezen.” Maudy knikte haar hoofd. “koers?” ik pakte mijn kompas. “euuh ... noord oost.” Maudy knikte en verliet de hut. Ik ging weer achter mijn bureau zitten. Ik had totaal geen zin om tia te ontmoeten niet na onze laatste keer.

Maudy pov.

“dus hier is heT?” ik keek naar de smerige druipsteengrot met lakens en vieze spinnenwebben. Jack knikte. “Ja, hier woont ze” hij rooide de boot op de kant en we sprongen eruit. “wat je ook doet kijk haar niet in de ogen aan.” Ik knikte. We liepen een paar honderd meter en toen kwamen we aan in een blokhutje. Het kraakte als een gek. “Hallo?” geen antwoord. Ik keek rond. Een aapje, een pappegaai en heel wat ouwe zooi. Niet echt een lekker optrekje. “Jack? Ben jij dat jack?” er komt een bruin getinte vrouw tussen de doeken vandaan. “Ja tia.” “Oh jack, je bent niks verranderd.” Ik zag hoe ze zwoel naar hem keek. Zeker een blik die je verliefd op haar laat maken. Ik kreeg de kriebels. “Jij ook niet tia, maar kan je ons ergens mee helpen?” “natuurlijk love, altijd voor jou baby” ik kreeg de kriebels van dat wijf, maar ergens was ik een tikie jaloers. Jack legde de kaart op tafel. “Wat stata hier? “ Tia keek geschrokken naar ons. “ho kom je hier aan?” ik keek jack aan en hij mij. Hij schudde zijn hoofd. Oke dat betekende zwijgen. “gevonden” Tia keek jack aan. “oke, gestolen, maar wat staat er” tia grinnikte. “oke ik zal je helpen jack, er staat ..” jack en ik wachte vol spanning. “De zuidervogel vliegt naar het noorden met een oosten wind.” Ik stak mijn vinger op. “het westen! We moeten naar het westen!” tia keek me heel lief aan. “Slim meisje.” Jack keek me vaag aan. “hoe weet je dat?” ik grinnik. “er zijn 4 windrichtingen noord, oost, zuid west. Als je een zuider vogel heb die naar het noorden vlieg met een oosten wind welke windstreek blijft er over?” jack slaat zich voor zijn hoofd. “het westen. Bedankt Tia!” we liepen de hut uit. “dat was een eitje” zeg ik lachend. Jack keek me beledigt aan. Ik lachte. Dit was best nog leuk zo een raadsel avondtuur. Ik denk dat één ding mij echt een raadsel zal blijven. Waar gaan we naartoe?

reacties ;'d?