Foto bij 23. Ignorance

‘Dacht je serieus dat jullie de enige Salvatores waren?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Kom op zeg.’
Damon zit op de bank met zijn handen in elkaar en kijkt me bedenkelijk aan. Zo lijkt hij nog meer op Alex dan eerst.
‘Ik wist dat er nog familie was, maar ik dacht dat Zach de laatste was.’
Ik haal mijn schouders op. ‘Blijkbaar niet.’ Ik kijk nog eens goed naar Damon.
Hij merkt het nu ook. ‘Waarom doe je dat?’
Ik kijk hem onschuldig aan. ‘Wat?’
‘Je weet best wat ik bedoel. Je zit me de hele tijd aan te gapen.’
Ik zoek even naar de woorden. ‘Gewoon, de gelijkenis is bijna eng.’
Hij laat zijn hoofd in zijn handen zakken. ‘Alsjeblieft, vertel me niet dat ik nu ook een dubbelganger heb.’
‘Nee, zo is het niet.’ Ik zoek in mijn zakken naar de foto. ‘Hier.’ En ik overhandig hem de foto’s van het fotohokje.
Bij de derde foto op het stripje grijnst hij. ‘Ja, dat is zeker familie.’
Ik sla mijn armen over elkaar. ‘Nu weet jij wat je wilt weten. Waar zijn Jules en Mason?’
‘Mason is dood.’ Zegt Damon meteen.
‘En Jules?’
Hij knijpt zijn ogen samen. ‘Nog niet.’
‘En hoe zit dat met Katherine? Of noemen jullie haar Elena?’
Hij fronst. ‘Hoe ken jij Katherine?’
‘Ik kende Mason, zij kende Mason. Één plus één is twee.’
Damon knikt. ‘Nog één vraag.’
Ik rol met mijn ogen. ‘Wat is dit? Een ondervraging?’ Ik wacht even en geef dan toch toe. ‘Oké, vraag maar raak.’
‘Waarom ben je hier?’
‘Ik was boos… Op mezelf, op de hele situatie. Ik wist alleen nog dat ik weg wilde en ik ben in de auto gestapt en gaan rijden. Gewoon weg.’
Damon mond is een beetje open gezakt van verbazing. ‘Je hebt 14 uur achter elkaar gereden? Geen wonder dat ik je slapend in je auto aantrof.’
Ik schud mijn hoofd. ‘Dat was niet mijn plan, maar ik reed iemand aan. Hij overleed en nu heb ik geen idee wat ik moet doen.’
‘De vloek?’
Ik knik. ‘Het gebeurde net voor de zon opkwam.’
Damon kijkt me onderzoekend aan. ‘Dus je bent nog niet…?’
‘Nee.’
Achter me staat ineens een meisje. Ze ziet er niet goed uit. ‘Damon wie is dit?’ Vraagt ze zwak.
‘Rose dit is Jasey, Jasey dit is Rose.’
‘Is zij een…?’ Vraag ik bezorgd aan Damon.
‘Ja, ik ben een vampier. Ik ben ziek, niet doof. Als je een vraag hebt kun je net zo goed aan mij stellen.’
Ik kijk haar voorzichtig aan. ‘Hoe…?’ Vraag ik alleen.
‘Vraag dat maar aan je grote vriendin Jules.’
Ik frons en kijk haar even verontwaardigd aan. ‘Heb je ons af staan luisteren, ofzo? Geen wonder dat je er zo aan toe bent, misschien verdien je het wel.’ Zeg ik uitdagend.
‘Oké, zo is het genoeg.’ Zegt Damon snel voor Rose me aanvliegt. Hij richt zich tot mij. ‘Jij weet zeker geen genezing?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Het zal thuis vast wel ergens opgeschreven staan bij de spullen die mijn vader heeft nagelaten, maar ik heb me er nooit zo in verdiept, omdat ik dacht dat dit mij toch niet zou overkomen.’ Damon en Rose kijken me niet begrijpend aan. ‘Generaties lang komt het weerwolven alleen maar bij de mannen in de familie voor, nu dus blijkbaar niet meer.’
Damon zucht. ‘Ik ga naar Jules, die moet toch een genezing weten.’
‘Ik ga mee.’ Damon kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Ik ken Jules en geloof me, als die beet eigenlijk voor jou bedoeld was, gaat ze je die genezing niet geven.’
Hij kijkt me kritisch aan. ‘En wat kan jij daar aan veranderen.’
Ik pak zijn jas van de kapstok en gooi het naar hem toe. ‘Zoals ik al zei, ik ken Jules.’

Reageer (2)

  • NoDeatheater

    Verder!

    1 decennium geleden
  • 7394

    mooi
    snel verder
    man ik moet creatiever worden met reacties xD

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen