Foto bij 22. Just keep running

Ik loop snel naar mijn auto en stop de auto’s in het contact. ‘Het was een slecht idee om hier te komen. Een slecht idee.’ mompel ik beschuldigend in mezelf. De motor hapert en ik geef een klap tegen het stuur uit frustratie. Ik start de motor opnieuw en kijk voor me. Damon staat voor de auto en ik rij achteruit om weg te komen. In een oogwenk staat hij achter de auto en met één hand houdt hij hem tegen. Ik bijt mijn kaken op elkaar en geef harder gas. De banden slippen, maar ik kom niet achteruit.
Ik gooi de deur open en stap uit. ‘Wat is jouw probleem?’
Damon lijkt ook een beetje geïrriteerd. ‘Op het moment ben jij mijn probleem. Wie ben jij?’
‘Gaat je niets aan.’
Zijn wenkbrauwen vliegen omhoog. ‘Serieus?’ Hij slaat zijn armen over elkaar. ‘Luister, ik heb een eeuwigheid de tijd, dat kan ik niet van jou zeggen.’
Ik kijk hem grimmig aan. ‘Je hebt niet langer dan een maand, als je nu niet aan de kant gaat.’
Hij grijnst. ‘Ah, je bent er zo één. Ik ben niet verbaasd meer. Eerst kom je ze 145 jaar niet tegen en dan lijken ze ineens te ontstaan uit het niets.’
Ik snuif. ‘Het vervelende is alleen, zodra ze hier naartoe gaan, komen ze niet meer terug. Daar weet jij zeker niets van?’
‘Als je Mason zoekt, die zul je niet snel vinden.’
Ik trek mijn wenkbrauwen op. ‘En Jules?’
Hij zucht. ‘Misschien moeten we dit gesprek ergens anders voortzetten.’
‘Waar is ze?’
Hij kijkt boos. ‘We hebben elkaar gister ontmoet en ze beet bijna mijn hoofd eraf.’
Ik glimlach terwijl ik het me probeer voor te stellen.
‘Oh, nu kun je weer lachen.’ Zegt hij sarcastisch.
‘Best. Let’s talk.’ En ik loop terug naar de auto. Ik draai me nog een keer om en wijs priemend naar hem. ‘Maar niet bijten.’
Damon stapt grijnzend naast me in de auto. ‘Ik zou niet durven.’

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen