De Korenbloem
Hoofdstuk 1
Halsoverkop rende ik het drukke meisjesweeshuis De Korenbloem uit. Ik moest even frisse lucht hebben! Er was weer een lading vondelingen binnen gebracht en de oude meisjes moesten meehelpen met Vrouwe Friburch ze te wassen en verzorgen. Bah, daar had ik geen trek in. Het werd me veel te druk en dan moest ik even de frisse bomenlucht van het woud ruiken, het kwinkeleren van de lijsters horen, de zoete smaak van wilde bosbessen proeven, het heldere water van het beekje over mijn vingers laten glijden en voornamelijk Fossa zien.
Fossa is het vosje dat ik de eerste keer toen ik in het woud dwaalde tijdens een drukke dag hoorde piepen. Ze lag helemaal verlaten tussen de wortels van een oude boom en ik wilde haar helpen. Ik was toen tien jaar en ik dacht dat ze mij in het weeshuis, dat al vanaf mijn geboorte mijn thuis was, wel zouden willen helpen maar Vrouwe Etelgis joeg me weg en zei dat ik niet meer in het bos mocht komen als ik nog één keer zo’n smerig mormel meenam. Huilend van schrik rende ik terug het Pechtelds woud in en dat was de eerste keer dat ik besefte dat de wereld niet altijd het beste met me voorhad. Daar in het woud heb ik toen een knus hol met mos voor haar gemaakt en haar iedere dag komen verzorgen.
Dat was een goede afleiding voor me want het was niet altijd zo fijn om in een weeshuis te wonen, eigenlijk nooit. Altijd moest je klaar staan voor klusjes, schoon zijn voor mensen die een meisje wilden adopteren en je keurig gedragen zoals een net meisje behoord.
Fossa kwam vrolijk keffend op me aflopen en speurde tussen mijn rokken of er misschien iets lekkers tussen zat. Ik lachte. In het bos voelde ik me pas echt thuis.
Reageer (2)
wow:)
1 decennium geledenLijkt me wel een leuk verhaal.
1 decennium geleden'k Ga snel verder lezen.