3. ergerend.

Lilly:
Oooeeee , mooi pakje, riep ik iets te overdreven toen ik in de spiegel keek. Kaar lachte, en schoot met een van haar ‘schietnagels’ op een van de oefen poppen in de dojo waar ze al een maand trainde. Ik wou net mijn nieuwe krachten uitproberen toen Raii binnen kwam. Ze keek naar Kaartje. Snap je nu waarom het geheim is, zei ze. Geen idee, vertel het eens , zei Kaar bijdehand. Kaartje , laat die nerdo humor van je nou gewoon, riep ik, en ik kreeg een nijdige blik naar me toe geworpen. Kaar wou commentaar geven maar Julia kwam binnen. Het was tijd voor de laatste week van training…

Op school:
Ik liep samen met Raii naar Kaar toe, die lachend bij wat andere vriendinnen stond. Patricia stond er ook en ik keek eerst even naar Raii die een klein beetje geërgerd keek. Toen Kaar ons zag liep ze onmiddellijk naar ons toe, zei wist namelijk ook dat Raii en Patricia elkaar totaal niet mochten. Boe, zei ze ons gedag. Kaar , we moeten even praten, zei Raii serieus. Gaat het over mmm of over die rare mensjes daar, antwoordde Kaar. Mmmmm, zei ik met een lachje.

Toen we naar het hoekje van het schoolplein liepen, begon Raii over ons…
Oke , jullie weten de geschiedenis , begon Raii .
Maar er is nog wat. Het is zo dat een groepje jongens ook krachten hebben. Telkens van dezelfde familie, net als bij ons. Wacht ff, onderbrak Kaar haar. Raii keek haar aan, jouw oma was er ook een, en jouw over overgroot oma ook. De eerste uit jouw familie is Penthesilea.
HUH, zei ik. Ik keek naar Kaar waarvan de ogen groot werden. Maar dan ben ik familie van een god, zei Kaar verbaasd. Ja , Ares, zei Raii, geërgerd omdat ze veder wilden met haar verhaal. Maar.., zei Kaar. Waarom ben ik dan een kat, zei ze verbaasd. En waarom heb ik Nunchuka-gebeuren-dingen, die amazone hadden pijl en boog. Raii keek haar nijdig aan en schreeuwde in haar oor: Omdat de heilige boog een paar eeuwen geleden verdwenen is, en omdat jullie je hebben geëvalueerd, weet ik veel. Ik keek om me heen of mensen haar gehoord hadden. Gelukkig, niemand. Raii rustig , zei ik. Je weet hoe Kaar is. Ik keek daarna naar Kaar, die nog een beetje geschrokken was. Oke, zei Raii. Maar nu veder over dat groepje jongens…