Foto bij 37. Hunger

Als ik mijn ogen open is het wit. Ben ik serieus doodgegaan? Is dit de hemel? Dan buigt er een dokter over me heen. Oh nee, het is de hel. Ik begin echt een hekel te krijgen aan ziekenhuizen.
‘Kun je me je naam vertellen?’ zegt hij vriendelijk.
‘Ik wil niet vervelend doen.’ eigenlijk wel, denk ik bij mezelf. ‘Maar dat heeft u vast al op de mooie blaadje staan daar.’
Hij kijkt me even verward aan. ‘Ja, maar ik wil graag dat jij het zegt.’
Ik rol met mijn ogen. ‘Carmen, aangenaam kennis te maken.’ zeg ik sarcastisch. ‘Mag ik nu gaan?’
‘Ehh.. Nee, je zult nog even moeten blijven.’
‘Ik wil gaan.’ zeg ik terwijl ik hem dwingend aankijk.
Hij kijkt even glazig. ‘Natuurlijk mag je gaan.’ zegt hij dan. Oké, dat was weird, dank ik bij mezelf. Dan komt Melissa de zaal in lopen. Ze laat haar blikje vallen en rent op me af.
‘Carmen! Gelukkig! Ik dacht dat je dood ging.’
Op eens heb ik enorme honger en hoor het bloed door haar aderen stromen. Ik frons even. ‘Ja, oké, goed.’ zeg ik afwezig en ik loop met grote passen van haar weg. Overal ruik ik bloed. Ik ben dood, mijn plan is gelukt. Alleen waarom lag ik in het ziekenhuis? Ik moet hier weg. Ik heb hoofdpijn, mijn maag schreeuwt naar me, ik voel me duizelig en chagrijnig. Daar is het. De uitgang, verlossing! Ik loop naar buiten. De zon brand op mijn huid. Ik verbrand! Ik sluit de deuren en ren de toiletten in. ‘Drew!’ schreeuw ik. Ik zak in elkaar. Mijn hoofd ontploft bijna.
Ik voel een hand op mijn rug. ‘Rustig maar het is goed. Het is goed.’
‘Wat is er gebeurd?’
‘Melissa vond je in het bad en bracht je naar het ziekenhuis. Je was al dood, maar door mij bloed leek je nog te leven. Een van de stages had per ongeluk bij de verkeerde persoon een bloedinfuus aangesloten. Je hebt mensenbloed binnen gekregen, dus nu..’
‘Ben ik een vampier?’ Hij knikt. ‘Maar hoe kom ik hier dan weg?’ de paniek schiet door mijn hoofd. ‘Het duurt nog uren voor het donker wordt!’
‘Shhh.. Rustig maar. Ik vind het vreselijk om je zo te zien, weet je dat?’ Hij houd me dicht tegen zich aan. De deur gaat open. Een vrouw komt binnen. ‘Gaat het allemaal goed hier?’
‘Nee.’ zeg ik. ‘Maar jij gaat het allemaal beter maken.’
De vrouw lacht vrolijk. ‘Oh ja? Hoe dan.’
‘Maak je daar maar geen zorgen over.’ Ik lach arrogant. Dan vlieg ik haar aan, zonder er over na te denken zet ik mijn tanden in haar nek. Ze probeert te gillen maar ik houd mijn hand voor haar mond. Dan laat ik los en de vrouw valt dood neer. ‘Pfjoe! Ik voel me veel beter.’
‘Carmen, besef je wel wat je net gedaan hebt?’ Drew kijkt me ernstig aan.
‘Ach kom op, niemand gaat haar missen.’ Ik pak haar op en ren snel naar de autopsieruimte. Ik ben er in een paar seconde. Ik doe een van de koelers open en leg haar op de plaat. Dan schuif ik hem weer dicht. Ik ben al weer weg voor iemand me ooit heeft gezien. 

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen