15. You're alive
Als een zombie staar ik voor me uit. We zitten hier nu al een uur. Naast me zit Drew die geconcentreerd naar de vloertegels kijkt. Er rijdt een brancard binnen. Zijn gezicht betrekt en zijn ogen lijken even van kleur te veranderen. Dan staat hij op en rent zo wat naar buiten. Ik snap het wel dit is een moeilijke plek voor hem. Dan denk ik weer aan Melissa. Ik had haar niet mogen laten gaan. Het is mijn schuld! Ik heb mijn beste vriendin vermoord. Kritieke toestand zeiden ze. Ja, leuk dat ik de uitkomst al weet.
Er komt een zuster op me afgelopen. Haar toestand is nu stabiel. Je kunt even bij haar kijken. Ik kijk haar vreemd aan, maar sta toch op. Voorzichtig loop ik achter haar aan. We lopen een kamer binnen en ik zie Melissa liggen. Ik schrik. Haar arm zit in een mitella en er zitten hechtingen in haar wenkbrauw.
‘Meliss..’ Zeg ik geschrokken. En ik omhels haar voorzichtig. ‘Wat is er gebeurd?’
‘Je had gelijk.’ zegt ze zwakjes. ‘Na het concert werden we aangereden door een man die door rood reed.’
‘Hoe is het met hem?’
‘Hij.. Hij is ter plekke overleden.’
Dan vallen alle puzzel stukjes in elkaar. Ik zag de aanrijding. Het bloed wat over Melissa gezicht stroomde en een begrafenis. Maar het was niet de hare. ‘Oh.. Melissa!’ Ik omhels haar weer. ‘Ik was zo bang! Ik dacht dat je dood was! Maar je blijft leven! Je blijft leven!’
‘Car? Car! Je plet me!’
‘Oh, sorry.’ Ik laat haar los.
Dan word er op de deur geklopt en in de deuropening staat Drew.
‘Ik dacht al dat je hier was.’ Hij glimlacht.
‘Hello, handsome!’ zegt Melissa terwijl ze hem met grote ogen aankijkt. Ze slaat haar hand voor haar mond en word rood.
Ik lach. ‘Ja, het is zeker. Jij wordt weer helemaal beter.’
Er zijn nog geen reacties.