12. I can't
Drew pov.
Ik slenter door het bos en verveel me kapot. Wat een saai braaf dorpje. Het is elf uur ’s nachts en er is geen mens te zien! Dan hoor ik geritsel. Het is ver weg, maar toch hoor ik het duidelijk. In een paar seconde ren ik er naar toe. Er loopt een meisje. Ik heb toch niks beters te doen denk ik dan. Ik ritsel wat in de struiken en ren dan met een onmenselijke snelheid naar de andere kant. Ze kijkt geschrokken om zich heen en stopt met lopen. Ik ren door het maanlicht, maar het enige wat zij zag was een snelle schaduw. Ze staat nu met haar rug tegen de boom. ‘Hallo?’ Ik lach en in minder dan een seconde sta ik voor haar. Ze krimpt in elkaar en zakt op de grond.
Ik veeg haar bruine haar uit haar nek. ‘Niet gillen. Niemand hoort je hier.’ Ik voel hoe ik verander. Voor ik bijt kijk ik haar nog een keer aan. Ik schrik. Voor een moment zie ik Carmens gezicht voor me. Twee felgroene ogen kijken me angstig aan. Ik sluit mijn ogen. ‘Ik kan het niet.’ mompel ik zacht en ik laat het meisje los. Ik open mijn ogen weer en zie hoe het meisje wegrent. ‘Wat is er toch met me?’ Zeg ik in mezelf. Ze betekend meer dan ik wil toegeven.
Er zijn nog geen reacties.