10. I'm addicted
Als ik mijn ogen open lig ik op een bed in een grote slaapkamer. Het is er schemerig. Ik ga recht op zitten en voel meteen een hevige steek in mijn nek. Ik grijp naar mijn nek en aan kijk naar mijn hand. Er zit bloed aan. Ik glijd van het bed loop naar het raam. Het is al bijna donker buiten. Dan voel ik een hand op mijn schouder. ‘Je bent wakker. Het werd tijd.’
Ik glimlach zwakjes. ‘Het was het waard.’ Ik stop even. Zelf praten doet pijn. ‘Ellen leeft nog dus…’
Hij tilt me op. Zacht legt hij me terug op bed. ‘Je moet rusten. Je hebt veel bloed verloren.’ zegt hij op een verontschuldigende toon. Hij voorzichtig een lok haar uit mijn gezicht.
‘Je kan wel lief zijn, als je dat wilt.’
Hij glimlacht en komt naast me liggen. ‘Wen er maar niet aan. Dit is erg zeldzaam.’ Met zijn vingers draait hij rondjes door mijn blonde lokken. Zacht kust hij mijn voorhoofd.
‘Drew?’
‘Mmm..’
‘Al die mensen zij dood, toch? Ik ben je heel dankbaar hoor, maar waarom ik niet?’
‘Ik vermoord ze niet allemaal, hoor. Dat geeft zo’n rommel. Mijn tactiek is drinken, laten vergeten en weer verder gaan.’
‘En mij? Ga je mij vermoorden?’
‘Mmm.. Misschien. Maar zolang je niet gillend door de straten vampier gaat roepen ben je veilig.’
Hij kust me weer. Waar maak ik me ook druk om. Ik ontspan en zoen terug. Zijn lippen gaan langs mijn hals naar mijn schouders. Weer drinkt hij wat bloed. Hij is als een drug. Het is slecht voor je maar je kan niet stoppen. Ik draai me bovenop hem. ‘Jij bent echt puur kwaadaardig.’zeg ik met een glimlach en ik geef hem nog een kus.
Er zijn nog geen reacties.