19. The devil incarnate
Dan kijkt Alex me met donkere zielloze ogen aan. ‘En nu zal ik jou een plezier doen en je uit jouw lijden verlossen.’
Ik schuif snel mijn stoel naar achteren en ren naar buiten. De donkere straten zijn vochtig van de regen en er hangt een lichte mist. Het geeft me nog meer de kriebels. Ik pak mijn mobiel uit mijn zak en bel Evan.
‘De persoon die u probeert te bellen is buiten bereik. Spreek een boodschap in na de toon.’ Zegt de monotone stem van zijn voicemail.
‘Evan?’ Roep ik paniekerig. ‘Help me! Je had gelijk over Alex! Over alles.’ Dan staat Alex ineens voor me en de gedachte dat ik de volgende morgen misschien niet meer zal meemaken schiet door mijn hoofd. ‘Ik hou van je.’ Zeg ik alleen nog, voor ik de verbinding verbreek. Er is nu toch niets meer wat hij kan doen.
Alex kijkt me duivels aan. ‘Ach, wat ontroerend.’
Ik snik. ‘Hoe kun je zo kwaadaardig zijn?’
Hij haalt zijn schouders met een grijns op. ‘Het is een gave.’
‘Waarom ga je door al die moeite? Je laat me verliefd op je worden, je verteld me jouw geheim, alles. En al die tijd was je toch al van plan om me te vermoorden.’
Hij trekt zijn wenkbrauw op. ‘Het maakt het een stuk leuker. Ik had direct je nek kunnen breken, maar dat is zo saai, vind je ook niet?’
Mijn onderlip trilt en even denk ik een zwakte te zien in zijn muur van haat. ‘Ik wou dat je dat had gedaan.’ Zeg ik zacht.
Ik voel mijn hart breken. Het lijkt alsof hij letterlijk mijn hart eruit rukt. Een traan valt op de grond ik voel mijn benen trillen. Als ik weer opkijk is hij ergens meer te bekennen. Ik zak door mijn benen en blijf op mijn knieën zitten. Ik barst in huilen uit en er lijkt geen einde aan te komen.
De pijn die ik voel is nergens mee te vergelijken. Ik viel voor hem sinds de eerste keer en het lijkt alsof ik nu met een harde klap ben neergestort.
De zon komt al weer bijna op als ik bij mijn huis aan kom. Achter me komt mijn broers auto aangereden. Met piepende stopt hij en hij rent naar me toe.
Hij ziet er vreselijk uit en heeft donkere kringen onder zijn ogen. Hij slaat zijn armen stevig om me heen. ‘Je hebt geen idee hoe bezorgd ik ben geweest.’ Zegt hij zacht.
‘Hij haat me.’ Snik ik. ‘Hij wilde me vermoorden.’ Voor een tweede keer barst ik in huilen uit.
‘Maar dat heeft hij niet gedaan.’ Zegt Evan opgelucht, terwijl hij me probeert te kalmeren.
‘Hij moet me wel heel erg haten dat dood niet erg genoeg was.’ Mijn adem stokt in mijn keel en de tranen laten strepen achter op mijn wangen. ‘Hij wil me zien lijden.’
‘Shhhtt.’ Zegt Evan zachtjes. ‘Kom mee naar binnen, eerst even rusten.’
Met tegenzin kruip ik in mijn bed. Mijn kussen is al snel nat van de tranen en ik ga weer rechtop zitten. Ik kijk naar mijn raam, waar door de gordijnen nog kleine straaltjes licht naar binnen vallen. ‘Ik ben veilig, voor nu.’
Reageer (2)
mooi snel verder
1 decennium geledenVerder!
1 decennium geleden