Foto bij Chapter Five.

--

Pas toen ik een aantal verdiepingen helemaal rondgelopen was kwamen er nog meer vragen in me op. Ik had haar naam moeten vragen en bij welke afdeling ze zat. Dat was veel belangrijker dan hoelang ze al op Zweinstein rondliep. Het derde uur was net afgelopen, ik moest nog 3 uur wachten tot ik een gesprek had met Perkamentus. Het dwalen door de gangen, rennen op de trappen en het rondkijken in het gebouw begon me nu toch wel te vervelen.
Ik liep naar de Grote Zaal en ging daar aan de Zwadderich-tafel zitten. Vanavond, tijdens het eten, had ik een kans haar weer te zien. Ik moest gewoon alle tafels afzoeken, zo moeilijk kon het toch niet zijn? Haar donkere, golvende haar viel op, niemand had zoveel schoonheid als zij.

Ik kon haar maar niet uit mijn gedachten krijgen. Het leek alsof ze er woonde, in mijn hoofd, en ik kende haar net een paar uur. Ik werd een hopeloos geval, ik was zeker niet de enige die een oogje op haar had, dat was onmogelijk met haar schoonheid.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen