010 - Vampires, Wolves and Fairy's. What A Weird World.
Ik zat buiten op het trapje dat toegang gaf naar het huis van de Cullens. Mijn hoofd voelde zwaar en ik keek naar de zon die steeds lager begon te staan. Het was een lange dag geweest en ik was even naar buiten gegaan voor wat rust. Na het verhaal over de weerwolven kreeg deze mensenwereld een andere betekenis. Lucille en ik waren hierheen gegaan omdat we dachten dat we hier rustig en afgezonderd zouden zijn van alle magische wezens, maar blijkbaar waren wij niet de enige geweest die dat ooit hadden gedacht. Mijn hoofd lag in mijn nek en met gesloten ogen snoof ik de geur van het bos op. Het maakte me rustig. Ik liep naar binnen en deed mijn hoofd om de deur. Lucille was druk aan het praten met Nate en alle anderen waren TV aan het kijken of iets anders aan het doen.
"Is het goed als ik even het bos in ga?" vroeg ik aan Lucille. Om het feit dat ik het nu vroeg, zou ze misschien later niet meer zo kwaad zijn.
"Is goed." zei ze, waarna ze weer druk begon te praten met Nate. Ik glimlachte en liep weer naar buiten.
Langzaam liep ik het bos in en keek ik naar de bomen die ervoor zorgde dat er bijna geen zonlicht door de bladeren heen kwam. Met dank aan het element vuur maakte ik een lichtbol die voor mijn uit zweefde, zodat ik tenminste nog iets kon zien in het steeds donkerder wordende bos. Ik keek naar een paar merels die samen op een tak liepen te fluiten en grijnsde. Ik liep verder en opeens hoorde ik een laag gegrom. Met een ruk draaide ik me om, maar er was niets te zien. Ik bedacht me dat ik het me vast allemaal verbeeld had en begon weer verder te lopen. Na een paar stappen te hebben gezet voelde ik iets zwaars op me landen, wat ervoor zorgde dat ik op de grond terechtkwam. Met een vloek opende ik mijn ogen en keek recht in het gezicht van een wolf. Ik schreeuwde mijn meest meisjes-achtige schreeuw en het beest schrok er zelf ook van.
"Ga alsjeblieft van me af." zei ik met een trillende stem. Het antwoord was een laag gegrom. Ik rolde met mijn ogen en met een simpele beweging gooide ik het beest van me af. Die knalde tegen een boom aan en ik stond met grote ogen naar het tafereel te kijken. Achter de wolf verschenen vier andere wolven.
"Oké, ik ben netjes opgevoed en ga dus niet vechten met een stel wolven." zei ik terwijl ik de aarde kwaad van mijn broek afveegde. De grootste wolf verdween even in het bos, om weer terug te komen als man. Ik zweer het je, ik viel bijna flauw toen ik me realiseerde dat dit de weerwolven waren waarover Alice het had gehad.
"Wie ben jij en wat doe je op ons terrein?" vroeg de man.
"Ehm...ik ben Lydia en ik liep hier?" zei ik vragend, "Wie bent u als ik vragen mag."
"Sam. Maar dit terrein is niet voor jullie soort." zei de man weer.
"Jullie soort? Ga nou niet zeggen dat jullie mij ook al hebben zien vliegen! Dan heb ik een nog groter probleem met Lucille dan ik nu al heb!" riep ik. Ik zag de wolven en Sam een verbaasde blik met elkaar wisselen. De wolven verdwenen ook in het bos en kwamen terug als normale jongens.
"Je bent dus geen vampier?" vroeg een van de jongens. Ik lachte.
"Ik een vampier? Nope, maar wel een elfje." zei ik. De jongens schoten in de lach en ik wachtte totdat ze klaar waren.
"Elfje?" vroeg er een, die nog nahikte van het lachen.
"Ja, elfje." zei ik, kwaad wordend.
"Elfen bestaan helemaal niet." zei een andere.
"Dat dacht ik dus over weerwolven, maarja het leven zit vol met verrassingen." zei ik, schouderophalend.
"Maar dan nog!" zei een jongen die naast Sam was gaan staan en me doordringend aankeek.
"Oké, als jullie me niet geloven, dan moet ik het maar even laten zien."
Reageer (6)
Haha, geweldiig!
1 decennium geleden