Chapter 2
Ik liep door de ijzige wind naar school. Mijn tas was zwaar. Eindelijk kwam het schoolgebouw in zicht. Ik zuchtte van verlichting.
'Sofa.' zei een stem achter mij.
Ik draaide me om.
'Robin.'
Ik glimlachtte.
'Alles goed, Sofa? Je ziet een beetje bleekjes.'
'Alles is wel goed hoor. Dankje. Hoe is het met jou?'
Zijn ijsblauwe ogen keken me doordringend aan. Zijn ogen deden me altijd aan ijskristallen denken.
'Ook goed.' zei hij zachtjes.
We liepen samen de school in, waar het behagelijk warm was. Zwijgend liepen Robin en ik naar ons lokaal. Hij wist dat het niet zo goed was met me als ik had gezegd. Hij wist zulke dingen altijd.
Toen we het lokaal binnenliepen, begroette onze geschiedenisleraar ons hartelijk. Robin kwam zoals gewoonlijk naast me zitten en we haalde onze etui's tevoorschijn.
'Zo, vandaag hebben we een proefwerk. Ik hoop wel op een beetje goede cijfers dus doe je best.' zei de leraar en hij deelde het proefwerk uit.
Meteen gingen we aan de slag. Het proefwerk ging een stuk beter dan ik verwacht had. Ik had vanochtend er niet meer veel aandacht aan besteed omdat ik dacht en had gehoopt dat mijn moeder me wel thuis zou laten na gisteren. Maar waarschijnlijk had Nicolaas haar omgepraat.
Na een half uur was ik klaar en legde ik het blaadje aan de kant. Toen pas merkte ik dan Robin me zat aan te staren, heel doordringend.
Ik hield mijn hoofd schuin en keek hem vragend aan.
Hij schudde zijn hoofd en keek weg. Zijn bleken handen lagen netjes gevouwen op de tafel.
Met een schok dacht ik aan de witte handen van gisteren. Robin keek weer naar mij, toen naar zijn handen, toen weer naar mij. Hij begreep niet wat er met me aan de hand was, maar goed ook.
Eindelijk werden we bevrijd door de bel.
'Sofa, wat is er aan de hand. Probeer het maar niet voor me te verbergen. Er is iets aan de hand, ik voel het.'
Er was zeker iets aan de hand, de hand...
'Robin, gisteren toen gebeurde er iets. Ik ben gevallen en heb toen mijn hoofd gestoten. Ik voel me gewoon niet zo lekker-'
'Je liegt. Dat is maar de helft van de waarheid. Lieg niet tegen me, je weet dat je dat niet moet doen.'
Robin leek heel imponerend, maar hij was gewoon heel zorgzaam. Hij wilde me beschermen, net als mijn moeder, alleen hij was anders. Hij was concreter, duidelijker, doelgericht. Mijn moeder was gewoon maar een moeder.
Toch hield ik van Robin. We hadden geen verkering ofzo en we zoenden niet, maar toch hielden we van elkaar. Iemand had ons ooit beschreven als twee tegenpolen met een grote aantrekkingskracht tot elkaar.
'Sorry, nou, ik heb wat gezien toen ik was gevallen. Iemand met witte handen. Ik weet niet wat er gebeurden gisteren, het was vast gewoon een droom.'
Maar Robin keek bezorgd. Bezorgder dan nodig, bezorgder dan mijn moeder. Toen ontspande zijn gezicht.
'Sorry dat ik zo tegen je uitviel. Ik wil je beschermen en dat kan ik niet als je tegen me liegt.'
Een bruine pluk van zijn haar viel voor zijn ogen en hij lachtte.
'Het geeft niet, Robin. Ik snap het.'
En we liepen het volgende lokaal in.
'Tot morgen Sofa, wees voorzichtig.' zei Robin en hij liep de andere kant op.
Terwijl ik naar huis liep dacht ik na over wat Robin tegen mij gezegd had. Ik had hem alles verteld over gisteren en hij leek oprecht bezorgd. Bezorgd voor iets wat ik niet begreep.
Toen eindelijk mijn huis in zicht kwam ging het als een schok door me heen.
De angst van mijn moeder en Nicolaas, de bezorgdheid van Robin, wisten zij iets wat ik niet wist? En wat had Robin daar dan mee te maken? Ik schudde mijn hoofd en verdreef die gedachten. Dat kon niet waar zijn, dat was onmogelijk. En wat zouden ze dan voor mij verborgen willen houden? Het enige wat ik niet wist was wie mijn vader was, maar daar had Robin niets mee te maken dus dat viel af. Was er dan iets anders?
Toen ik de voordeur opende besloot ik op te letten. Ik moest alert blijven.
'Ik ben thuis!' riep ik door het huis.
'O, hallo schat. Hoe ging je proefwerk?' vroeg mijn moeder.
'Ja, het ging goed. Goedemiddag Nicolaas.'
'Goedemiddag.' zei hij.
Er ging een blik van verbazing door mijn moeders gezicht en ook ik was verbaasd. Hij zei nooit iets tegen mij.
'Ik ga naar boven.'
Mijn moeder knikte en ik liep naar mijn kamer. Ik durfde niet meer naar buiten te kijken, hoewel de lucht naarmate de tijd verstreek steeds roder werd. Ik durfde niet te kijken naar een mooie zonsondergang. Ik was bang. Ik was nooit echt bang geweest, het was een ongelofelijk vervelend gevoel, het gevoel van angst.
Maar de zon ging onder en er gebeurde niets. Ik ging mijn moeder weltrusten zeggen en dook mijn bed in. Er was niets gebeurt. Ik zuchtte opgelucht en ik sloot mijn ogen.
'Sornafa...'
Met een ruk draaide ik mijn hoofd om. De gedaante stond vlak bij me, maar ik kon me niet bewegen. Zwarte rookwolken omhulde de gedaante.
'Kom...'
De stem klonk hemels, maar bezorgde me de rillingen. Ik wilde zijn gezicht zien.
Hij hief zijn witte hand op, de hand waar ik zo bang voor was. Een soort energie, zwarte energie, kronkelde om zijn hand heen. Hij kwam steeds dichterbij. Ik stond aan de grond genageld.
'Sornafa...'
Ik snapte niet wat hij zei, maar het klonk vertrouwd.
Zijn gewaad had hij over zijn hoofd gebogen zodat zijn gezicht niet te zien was. Toch was er een witte fonkeling zichtbaar onder de kap.
Ik sperde mijn ogen wijd open. Ik hervond de kracht om te lopen. Ik deed een stap achteruit. Nog een stap. Langzaam liep ik van hem weg. De gedaante bleef stilstaan.
Een misselijkmakend gevoel welde op in mijn maag. Ik hield dit niet meer.
De wereld om me heen begon te draaiden, dit was te veel, de angst nam me over. Ik was hulpeloos en alleen, niemand kon me helpen.
Ik kneep mijn ogen dicht.
Ik schoot overeind en rende naar de badkamer. Boven de wc begon ik over te geven. Mijn moeder kwam naar me toe gerend en streek over mijn rug. Toen ik klaar was, ging ik zitten op de grond. Mijn moeder kwam naast me zitten.
'Wat is er schatje?' vroeg ze.
'Witte handen...' fluisterde ik.
Weer kwam de angst te voorschijn en de bezorgdheid. Dezelfde bezorgdheid die Robin had gehad.
Van verwardheid begon ik te huilen. Mijn moeder sloeg haar armen om me heen en ik liet de tranen stromen. Wat was er aan de hand?
Er zijn nog geen reacties.