Chapter twenty-three
Ze is dood en dat is mijn schuld. Er bestaat geen sprankje hoop dat ze nog leeft of bedriegen mijn ogen me. Zie ik haar in het licht van de zon, of is ze het echt.
She is dead, but why can I see her then?
POV PETER
'Samantha!' riep ik. Ik wilde het water inrennen, maar Holdon hield me tegen. Ik kon hem en haar wel wat aandoen. Ze wilde zichzelf vermoorden voor Narnia.
'Ze doet wat ze moet doen, om te zorgen dat iedereen veilig is', zei Holdon, maar het leek wel een gefluister. Het water gaf een immens geluid.
Toen het water kalm was waadde we met z'n alle door het water. Er lagen geen lichamen in en het water was helder. We liepen op Aslan en Lucy af. We knielden met z'n alle voor hem toen we op de oever waren. Ik liet niet zien wat het me deed. Samantha was weg en dat wilde ze zelf, ik moet dat accepteren.
'Het is me een genoegen om jullie weer te zien Peter, Susan, Edmund', begon Aslan. Zijn stem verwarmde me niet meer zo erg als vroeger. Ik stond samen met mijn broer en zus op. 'Ik ben blij om prins Caspian in levende lijven te zien zonder dat hij is vermoord.' Caspian stond op. 'En dan natuurlijk Erika en Holdon. Ik ben blij dat jullie twee Samantha hebben geholpen. Ik hoop dat we Samantha zo zien.' Ik keek naar Aslan. Zei hij nou dat we Samantha zo zouden zien. Dat kan helemaal niet, ze was meegenomen door de golven.
'Heeft er iemand een handdoek, ik heb het koud', hoorde ik zacht een stem zeggen. Ik draaide me om en daar zag ik Samantha staan. Ze had een lichtblauw gewaad aan die doorweekt was. Haar ogen keken heel even helder, maar toen sloten ze zich. Samantha zakte in elkaar. Ik rende naar haar toe en ik kon haar net opvangen. Ik tilde haar op in mijn armen en ik keek naar Aslan.
'Ik denk dat we ergens moeten overnachten', zei ik en ik keek naar Samantha. 'En we hebben een dokter nodig.'
Er zijn nog geen reacties.