13. Back

De vakantie was super leuk geweest. Ik had me geen seconde verveeld. Ik was een hele week thuis geweest, en nu had ik nog één week vakantie over die ik op school spendeerde. Loena was ook op Zweinstein gebleven dus het beloofde leuk te worden. En niet alleen Loena zou er zijn, nee, ook Vadim. De jongen die ik net had ontmoet. Over een paar uur zou ik hem terug zien.

Ik zat nu op de trein naar school. En het was al ietsje na de middag, dus dat betekende dat ik er bijna zou zijn. Ik verheugde me er al op. Zweinstein was echt een tweede thuis voor mij geworden. Ik had dit nooit durven dromen.

***

Het was al donker als ik het bordes op stapte. Ik zeulde mijn koffer achter me aan. Hij was echt te zwaar. ‘Zal ik je helpen?’ vroeg iemand achter me.
Ik draaide me om om te zien wie mijn redder in nood was. Het was een jongen van Grifoendor. Hij was zo te zien maar één jaar ouder dan mij. ‘Euhm, ja tuurlijk…’
‘Simon, Simon Filister. Aangenaam.’
‘Feke. Zit jij niet in het vierde jaar?’
‘Ja, ik heb jou al eens eerder gezien in onze leerlingenkamer.’
Ik glimlachte eens. Ondertussen waren we al aangekomen aan het Portret.
‘Wachtwoord?’
‘Kerstverlichting.’
We liepen verder naar binnen. ‘Dankje om mijn koffer mee naar hier ze sleuren.’
‘Graag gedaan.’ zei hij. En Simon was weer weg. Ik stond nog een beetje versuft in de leerlingenkamer tot ik besefte dat ik snel naar Loena moest om haar gedag te zeggen, en daarna langs te gaan bij Vadim.

Onderweg naar de Grote Zaal kwam ik professor Dolleman nog tegen. Hij gromde wat naar mij, maar ik trok me er verder weinig van aan. Hij was natuurlijk altijd al een beetje vreemd geweest.
‘Loena!’ riep ik blij.
‘Hé daar, Feke! Hoe was je vakantie?’
‘Goed! Echt, het was leuk om mijn ouders weer te zien. En hoe was de jouwe?’
‘Ook goed. Het was rustig op het kasteel. Laten we gaan eten want ik heb honger.’
Ze haakte haar arm in de mijne en zo liepen we naar de Grote Zaal. Toen ik aan onze tafel ging zitten kreeg ik nog een knipoog van Simon en een grote glimlach van Harry. Ginny en Ron waren naar huis. Ze kwamen morgen weer terug op school. Ik verheugde me enorm om Ginny weer te zien. Maar nu wou ik eerst naar iemand anders.