...wat moet ik nog zegge?XD...
Read and have fun!

Hoofdstuk 1. De gil…

Een scherpe gil gaat door de lucht. Ik kijk om naar de kant waar de gil vandaan komt. Het enige wat ik zie is een rustige straat waar een paar auto en fietsers rijden en wandelaars lopen. Sommige fietsers en wandelaar kijken net als ik naar de kant waar de gil vandaan komt en andere fietsers en wandelaars trokken hun schouders op en vervolgde hun pad. Aangezien ik niks kon zien en ik heel nieuwsgierig was, loop ik de richting op waar de gil vandaan komt. Ondertussen zijn er allemaal kreten en andere gillen door de lucht gegaan van dezelfde plek als waar de eerste gil vandaan kwam. Op het kruispunt spits ik mijn oren om te horen waar de kreten en gillen precies vandaan komen. Ik kom tot de conclusie dat ik rechtsaf moet. Als ik rechtsaf sla zie ik in de verte heel veel mensen staan bij de ingang van een klein steegje. Langzaam loop ik dichterbij. Als ik bij het steegje ben aangekomen probeer ik over de mensenmassa heen te kijken om te zien wat er aan de hand is, maar het is zo druk dat ik niets kan zien. Ik spring een paar keer zonder resultaat. Ik doe een stap naar achter en kijk even bedenkelijk naar de mensenmassa. Opeens krijg ik een idee. Ik stap weer richting de mensenmassa en probeer de andere mensen opzij te duwen, zodat ik er langs kan lopen. Op zulke momenten is het handig om maar een lengte te hebben van 1 meter 51. Na heel wat gedring, gepor en geduw, sta ik vooraan. Even slaak ik een zucht van opluchting dat ik door de mensenmassa ben gedrongen. Dan richt ik mijn blik op wat iedereen zich bezighoudt. Er ontsnapt een kreet uit mijn keel en van schrik sla ik mijn hand voor mijn mond. Mijn lichaam verstijfd om vervolgens een rilling van afschuw erdoor heen te stromen. Wat ik op dat moment zag, zou ik nooit kunnen vergeten. Het was zoiets gruwelijks dat je er spontaan nachtmerries van zou kunnen krijgen. Hoe zou iemand tot zoiets gruwelijks in staat zijn, vraag ik me op dat moment af. Waarschijnlijk ben ik niet de enige die dat op dit moment denk. Terwijl iedereen, inclusief mezelf, vol afschuw naar het tafereel aan het kijken is, hoor ik een sirene dichterbij komen. Wat daarna gebeurt gaat zo snel dat het allemaal langs mijn heen loopt. Er wordt geduwd en getrokken en het enige wat ik kan doen is verstijfd blijven staan. Terwijl het tafereel nog vers op mijn netvlies staat.
Na een lange tijd ontwaak ik uit mijn trance. Ondertussen is iedereen weg en begint het donker te worden. Het enige dat er achtergebleven is als bewijs van wat er deze middag is gebeurt, zijn de bloedvlekken op de grond, een afzetlint en een witte omtrek van krijt die de contouren van het lichaam aangeven. Als je dat buiten beschouwing houdt, lijkt de steeg normaal zoals elke griezelig steegje in de achterbuurt. Na een paar minuten rondkijken in het steegje bedenk ik me dat ik beter naar huis kan gaan voordat ik ook nog een slachtoffer wordt van dit steegje.
De wandeling naar huis is anders dan normaal. Zoals altijd duurt de wandeling een half uur, maar het verschil met vorige wandelingen is dat ik nu steeds achterom kijk. Momenteel vertrouw ik mijn eigen vertrouwde buurt niet eens meer. En dit komt allemaal door die ene gil. Het leven voelde opeens heel anders. Niet meer gezellig en knus, maar eerder griezelig spannend.
Eenmaal thuisgekomen wist ik; mijn leven zou nooit meer hetzelfde zijn. Hoe ik dit wist weet ik niet, maar het gevoel van onheil bleek maar aan mij knagen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen