3. Een inbreker die helpt?
Kudo's en Abo's zijn welkom
“Gaan jullie slapen schatten?” mijn moeder stond onderaan de trap en keek naar boven. “Die technieken kunnen jullie morgen ook nog wel bespreken.” Ik keek naar Amy en grinnikte zacht. “Ja mam, is goed. Weltrusten.” “Weltrusten Karin.” Amy sprak mijn moeder nooit aan met mam of mamma, ze had tenslotte zelf ook nog een moeder. “Mooi, weltrusten April, Amy.” Ik keek naar Amy “Weltrusten Amy, tot morgen” en gaf haar een kus op haar wang. Ik liep Amy’s kamer uit naar mijn eigen kamer en trok daar mijn pyjama aan. Ik liep rustig door naar mijn badkamer en poetste snel mijn tanden. Vermoeid stapte ik in mijn bed en staarde naar het plafond. Als ik nu weer die nachtmerrie kreeg zou die voor eeuwig zijn. Langzaam vielen mijn ogen dicht. Deze keer bleef de nachtmerrie weg, toch schrok ik wakker maar kon een gil onderdrukken.
Ik stond op uit bed en concentreerde me. Misschien had ik het wel verkeerd gehoord. Weer hoorde ik iets rommelen vanaf de benedenverdieping. Ik keek even op de klok; 3 uur in de nacht. Mam of Amy zouden nooit rond dit tijdstip naar beneden gaan. Weer concentreerde ik me, deze keer niet op het geluid maar op mezelf. Zachtjes kwam ik een klein stukje van de vloer, yep ik vloog. Ik pakte mijn gevechtsstok van de muur en vloog de trap af. Ik bleef onderaan de trap stil zweven. Vanuit de woonkamer zag ik een vage lichte schim. Voorzichtig liet ik me zakken op het tapijt in de gang. Die maakte niet zoveel geluid als de trap. Langzaam en onhoorbaar liep ik naar het deurgat van de woonkamer. Mijn hart begon sneller te kloppen, wat nou als degene in de kamer een geweer had! Zonder na te denken ging ik snel in de duuropening staan in gevechtshouding. Wat?! Dit kon niet! Wat raar. Er was niemand?! Misschien had ik het me toch verbeeld. Weer een geluid! Deze keer uit de keuken… tenminste… dat dacht ik aan het geluid van rammelende metalen te horen. Er was wel iemand! Ik wist het zeker! Dit keer moest ik het wel anders gaan aanpakken. Maar hoe? Hoe moest ik dit gaan aanpakken? Ik wist niks van inbrekers af. Zuchtend keek ik de kamer rond.
Daar hing het. Mijn oplossing. Het geweer van mijn vader. Het geweer die hij altijd gebruikt had als hij in het bos op wild ging jagen. Langzaam liep ik er op af. Dit moest werken. Voorzichtig nam ik het geweer van de muur. Nooit had ik hem vast mogen houden, ik was nog te klein. Nu vond ik wel dat ik groot genoeg was. En het was een noodsituatie. Ik concentreerde me weer en zweefde tot aan de gang naar de keuken. Weer stormde ik met een grote snelheid in de opening. Weer niemand! Hoe kon dat nou? Had ik er echt zo lang over gedaan? Nee toch? Rustig liep ik door de keuken richting de andere opening. Meteen viel me iets op. Alles stond weer op precies dezelfde plek als voorheen. Inbrekers laten meestal toch een rotzooi achter? Ik opende het kastje met pannen. Alles stond er nog! Dit was niet normaal meer! Ik snapte er helemaal niks van.
In mijn ooghoeken zag ik weer een schim en ik sloot het kastje. De schim ging richting de kelder! Onee de gevechtsruimte! Dit was niet goed! Dit was zeker weten niet goed. Maar nu had ik wel de mogelijkheid om goed te vechten zonder iets kapot te maken. Ik hoorde de deur open gaan. Yep, hij ging heel zeker de kelder in. Ik hield het geweer nog steeds stevig vast. Zat er eigenlijk wel munitie in dat ding? Snel en handig trok ik het geweer open. Mijn vader had het zo vaak gedaan. Het ging heel makkelijk. Geen munitie, natuurlijk niet! Ik had dus helemaal niks aan dat ding gehad! Alleen maar om een beetje schrik op te wekken! Snel rende ik terug naar de woonkamer. Waar had vader die munitie ook al weer? Ik trok snel de lades van het kastje los. Niks! Alleen een doosje van sigaren! Ik pakte het uit het kastje en wou het op de grond leggen. Klonken sigaren altijd zo hard? Nee, dat kon niet, het klonk als… kogels! Blij als ik was trok ik het doosje met iets teveel geweld los waardoor een paar van de kogels op de grond kletterden. Wat nou als de inbreken het had gehoord?! Snel greep ik de kogels van de grond en stopte ze op de juiste manier in het geweer. Tenminste… dat dacht ik. Als het goed is konden er 8 kogels in worden geplaatst. Maar ik kreeg er nog niet eens 5 in! Ik deed blijkbaar toch iets verkeerd. Voorzichtig probeerde ik de kogels er weer uit te krijgen. Wanneer dat gelukt was deed ik ze er andersom in. Alweer paste het niet! Hoe kon dat nou?! Ik snapte er niks meer van. Haastig ging ik opzoek naar de gebruiksaanwijzing. Eindelijk, gevonden! Snel bladerde ik naar het deel met de kogels. Natuurlijk! Daaronder zat ook nog een vakje waar 5 kogels in konden! Als ik maar niet te laat was, ik was namelijk al zo lang aan het prutsen aan dat stomme ding. Ik liet de kogels er weer voorzichtig in glijden en klapte het geweer dicht. Krampachtig hield ik het vast en stond ik op. Ik rende door de keuken naar de kelder toe. Het was nog donker in het trapgat! Dat betekende dus dat de inbreker het licht niet eens had aangedaan! Wat voor inbreker was dit? Eentje die niks stool en alles op zijn plek liet staan? Dit moest echt niet gekker worden. Ach, misschien had hij wel een zaklamp of iets anders wat daar op lijkt. Op hoop van zegen liep ik heel voorzichtig de trap naar de kelder af. De inbreker kon toch geen andere kant op, verder was er namelijk geen andere uitgang in de kelder. Niet dat ik wist tenminste. Ik vond het eigenlijk maar helemaal niks om dat geweer vast te houden maar ik moest wel. Ik kon het geweer niet zomaar op de trap neerleggen of zoiets dergelijks. Dat was veel te riskant. Aan het einde van de trap bleef ik even staan. Wat nou als de inbreker ook een pistool had?! Ik had nog nooit geschoten! En die inbreker had het natuurlijk al vaak genoeg gedaan. Ik probeerde er niet meer aan te denken en ik liep de zaal in. “Handen omhoog of ik… eahm.. schiet!” riep ik hard. Maar niet te hard, straks werden moeder en Amy wakker. Angstig keek ik naar de andere schim in de kamer. Ik vond dit maar helemaal niks en stond te trillen op mijn benen. Ik schrok al helemaal toen de inbreker begon te praten. “Aaaah April” hoorde ik een zware stem uit het donker. Toen lichtte de kamer op en ik kneep even mijn ogen dicht voor het felle licht. Toen ik ze opende viel mijn mond open. “Meester?!” kreeg ik er verbaasd uit.
Er zijn nog geen reacties.