Aprils perspectief

“Drie, Twee, Één.. GO!” hoorde ik Amy luidkeels schreeuwen. Ik stond net nog een dikke kilometer van haar af en binnen 3 seconden stond ik alweer voor haar. “Wauw April, je wordt echt steeds sneller! Hoe doe je dat toch, je gaat alsmaar sneller en je traint amper?” vroeg ze verbaasd toen ik weer voor haar stond. “Ik weet het niet, ik heb nou niet echt het gevoel dat ik veel train om sneller te worden ofzo.. misschien wordt ik wel bijgestaan door de krachten van mijn vader.. mijn biologische vader dan.” Zei ik verward. “Je drakenvader? Wauw, dat zou echt zo gaaf zijn.” Zei Amy glimlachend. Ik weet niet of ik het goed zag, maar ik geloofde dat ik Amy’s gezicht even zag betrekken toen ze naar mij keek. Ik schudde even mijn hoofd en keek toen weer naar Amy. “Ik wil mijn kracht ook trainen, help je me dan ook?” vroeg ik vrolijk. Met Amy kon ik zo goed praten, en ze wilde altijd helpen. Vooral als het op het vechten aankwam. Ze probeerde altijd van me te winnen, dat was zo grappig. Ik hielp haar altijd met haar huiswerk, dat was zo makkelijk. Alsof de boeken al in mijn hoofd zaten ofzoiets. Nouja, dat doet er nu niet toe. “Jaaaaaaa! Gaaf! Dan ga ik nu wel winnen! Ik voel het gewoon!” zei Amy opgewekt. Ik lachte vrolijk, “Natuurlijk win je Eams, want dat zei je de vorige 137 keer ook al.” Grijnsde ik plagend. “Weet ik April.. nouja, dat van die 137 wist ik niet.. maar deze keer meen ik het.” “Oké, dat de beste dan mag winnen.” Samen renden we lachend naar de vechtzaal die onder in de kelder van die villa zat. Ik was er natuurlijk als eerste maar Amy die kwam ook al snel achter me aan. Direct toen Amy binnen was pakte ze de gevechtsstok. “Waarom gebruik je geen ander wapen? Zoals het mes?” vroeg ik verbaasd. “Omdat ik je niet wil neersteken” “Mij? Neersteken? Laat me niet lachen.” Grinnikte ik. “Je weet maar nooit April.” Mijn moeder was binnen komen lopen. “Je bent nog niet zo goed dat je alles kunt, herinner je jezelf de lessen met je vader niet meer? Hij won altijd.” Dat is waar. Hij won altijd, maar die ene keer….. ik won. Maar ik was niet blij met mijn overwinning. Ik was juist verdrietig. Die ene training, de grootste training in mijn leven had mijn vaders leven gekost.

“Vuur! Vuur dan als je durft April!” hoorde ik mijn vader roepen. “Dat durf je niet hè?! Je durft je eigen vader niet te bekogelen met vuur!” Natuurlijk durfde ik dat wel, maar hij had me ook geleerd dat ik moest wachten. Wachten tot het juiste moment, het moment dat de tegenstander even niet oplette. Hij rende weer op me af met de messen in mijn richting. Nu zou hij niet verwachten dat ik zou vuren. Dat zou hij nooit verwachten. Altijd had ik hem nog ontweken maar deze keer ging ik vuren. Ik voelde het vuur door mijn aderen stromen. “Ik durf wel te vuren hoor pap.” Ik grijnsde. Mijn vader grijnsde ook en stopte met rennen. “Mooi, probeer het maar eens dan.” Ik wist niet dat hij bedoelde op de pop. Ik verzamelde al mijn vuur kracht bijeen en richtte het op de pop. Tenminste, dat dacht mijn vader. Mijn vader stond achter de pop, het leek alsof hij zich daarachter wou verdedigen in mijn ogen. Ik liet mijn instinct het overnemen en schoot, recht op mijn vader af. Voor mijn vader leek het nog steeds alsof ik op de pop vuurde. En toen was het over… daar lag mijn vader, proestend op de grond. Ik rende huilend op hem af en riep mijn moeder. Maar tevergeefs, mijn vader was volop geraakt in zijn maag. Hij kotste al zijn bloed uit en kreeg ondertussen wat woorden uit zijn mond. “April.. Karin..” weer een golf bloed kwam uit zijn mond zetten “ik overleef dit niet…. Maar jullie moeten weten…. Ik heb altijd van jullie… gehouden.” Er kwam weer een golf bloed uit zijn mond en ik zag mijn moeder huilen. “April…. Je hebt het heel goed gedaan… blijf zo doorgaan… dan wordt je het beste drakenkind die er ooit is geweest…” Het beste drakenkind?! Dat wilde ik helemaal niet zijn! Niet zonder mijn vader! Ik begon ook te huilen. “V-Vader niet gaan! U moet me nog zoveel dingen leren! Ik kan het niet alleen! Ik kan het niet zonder u! Genees Vader! Geneeeeeeees!” huilend nam ik zijn slappe lichaam in mijn armen en knuffelde ik hem zo stevig als ik maar kon. Even leek het alsof hij zijn arm op mijn rug legde om me te troosten, maar dat was volgens mij alleen maar een verbeelding. Daarna voelde ik wel een echte handdruk op mijn schouder, de hand van mijn moeder. “Laat je vader meisje. Je kunt nu niets meer doen. Hij is er niet meer, leg hem voorzichtig neer. Dan gaan we naar de keuken en een kopje thee drinken.” Het leek wel alsof mijn moeder zich er al overheen had gezet. Ik schudde eerst mijn hoofd maar knikte dan en legde mijn vader neer op de grond. Ik stond op en keek naar de bloedvlek op mijn shirt, ik deed het direct uit en legde het bij mijn vader neer. Ik liep samen met mijn moeder de kamer uit richting de keuken, mijn vader achterlatend op de grond.

“April? April?! April gaat het wel?!” Amy leek wel recht boven me te hangen, dat was ook zo. Ze klonk heel ongerust. “April kun je ons horen?! April?!” mijn moeder. Ik knipperde verward met mijn ogen en keek naar mijn moeder en Amy. Mijn moeder nam me in haar armen en huilde. “Mam? Wat is er? Wat is er nou gebeurd, heeft Brandon weer wat? Ben ik daarom flauwgevallen ofzo?!” Mijn moeder antwoordde niet en kon alleen maar huilen. Ik keek hoopvol naar Amy om een antwoord van haar los te krijgen. “Je viel ineens flauw April, je lag nu al 5 minuten schuddend op de grond. Ik wou een ambulance bellen maar volgens je moeder was dit te gevaarlijk gezien je krachten.” Ik schudde verward mijn hoofd. Het kwam niet door Brandon! Het kwam door mij! Het kwam door de gedachten aan mijn.. mijn vader. Ik keek met tranen in mijn ogen naar mijn moeder. “Mam het spijt me zo dat ik je ongerust heb gemaakt.. ik dacht ineens weer aan pappa…..” Mijn moeder schrok. “Dacht je aan je vader?” Ik knikte. “Ik zag precies weer voor me hoe ik pappa heb vermoord... het was zo eng!” De tranen begonnen over mijn wangen te stromen. “Toch niet weer hè meis? Je hebt daar nu al zo vaak nachtmerries over, het moet echt stoppen.” Ik knikte naar mijn moeder. “Je moet het achter je laten,” begon Amy nu, “misschien weet ik wel wat, ik was er dan wel niet bij maar dit moet werken.” Ik keek hoopvol naar Amy, ze had altijd zulke goede ideeën. Mijn moeder liet me los en trok me overeind. Ik keek naar Amy en toen even naar mijn moeder. “Nou Eams, vertel..” zei ik zacht en veegde mijn tranen weg. “Je moet nog een keer op de pop schieten.” Ik schrok. Dat had ik nooit meer gedurfd. De pop was nog altijd hetzelfde gebleven naar die ene fatale dag. “Nee Eams, dat kan ik niet… ik kan het niet!” “Je moet April! Het is misschien wel de enige manier om van je nachtmerrie af te komen!” Het leek wel alsof Amy boos werd. Ik kreeg een raar gevoel in mijn maag, misschien zou het helpen.. het was het proberen waard. “Oké vooruit dan maar…” Dapper liep ik naar de kast waar we de pop in hadden gezet. Hij zat onder het bloed van mijn vader en ik slikte even. Ik pakte hem voorzichtig op en zette hem neer op de plek waar hij had gestaan. Ik deed een paar stappen naar achteren en keek naar de pop. Weer zag ik mijn vader weer achter de pop staan om me aan te moedigen. Deze keer moest het goed gaan, het moest gewoon. Ik concentreerde me en verzamelde al mijn krachten weer, net als toen. Ik richtte me op mijn doel; de pop. En toen vuurde ik. Ik zag het vonkje wat eerst op mijn vinger had gedanst afrazen op de pop. Ik raakte en de pop spatte uiteen. Het was me gelukt! Ik voelde me heel opgelucht. “Ik deed het! Ik deed het Eams! Mam kijk ik deed het! Het lukte me!...” Ik zag opeens mijn vader weer staan naast de rotzooi van de uiteen gespatte pop en viel even stil. “Goed gedaan April!” Mijn vaders stem.. precies hetzelfde als voorheen. “Bedankt vader.. bedankt…”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen