Maandag. **

*6:30 - 8:30.
De wekker gaat, Susan wrijft in haar ogen. Alle lichten staan uit, ze staat op en valt bijna over de rommel die in haar kamer ligt. Ze heeft nooit zin om haar kamer op te ruimen, er ligt gewoon teveel. Ze zet het licht aan en maakt haar ogen iets kleiner, zodat ze kunnen wennen aan het felle licht. Ze gaat naar de badkamer en gaat naar het toilet. Als ze daarmee klaar is kijkt ze in de spiegel, haar slapende ogen, wilde haren en het lelijke shirt dat ze aanheeft.
Ze loopt weer naar haar kamer, ze heeft helemaal geen zin om iets te doen. Susan pakt haar laptop en zet hem aan. Als de laptop helemaal opgestart is, gaat ze naar MSN. Ze meldt zich aan als 'Offline Weergeven', zoals altijd. Ze kijkt wie online zijn, een paar mensen waar ik niet tegen praat. Ze zet haar laptop weer weg en kijkt in haar kast. Ze denkt na over wat ze aan doet vandaag, een roze jurkje met een legging eronder of een zwart/wit topje met een Adidas vest en een gewone spijkerbroek. Ze kiest voor het jurkje en de legging. Ze trekt het aan en bekijkt in de spiegel. Het zit goed, dus niks meer aan te veranderen. Ze pakt een mascara en begint het op te doen. Daarna pakt ze haar poeder en doet een beetje op. Niet te veel, anders gaan mensen haar weer 'barbie' noemen. Ze kamt haar haren en dan pakt ze snel haar tas in, want het is weer aan de late kant, zoals altijd. Ze gaat nog even naar de badkamer en poetst haar tanden. Weer geen tijd om te ontbijten dus dat slaat ze zoals gewoonlijk weer over.
Beneden pakt ze haar brood en drinken en stopt het in haar tas. Susan pakt haar fietssleutel en loopt naar buiten. Ze pakt haar fiets en zet haar tas voorop haar zitje. Ze fietst naar een plek waar ze haar vriendin Lisa tegen komt. Ze fietsen samen naar school.
Op school zitten al veel kinderen te wachten, samen te lachen en bij te praten wat er gebeurd is. Als Lisa en Susan binnenkomen wordt er zoals gewoonlijk gekeken naar hun. Susan draait haar hoofd weg en loopt snel door. Lisa houdt van die aandacht en schudt met haar haren.
Ze hangen hun jas op en dan gaat de bel. Ze lopen naar het eerste vak.