Jaar 1: Aangevallen
Ella liep met Chelsie door de gangen van de school.ze waren odnerweg anar buiten.Beide hadden ze kruidkunde,al had chelsie het in Kas 3 en Ella in Kas 1.
Ze prate wat onder weg anar de kassen.Toen plotseling hun gesprek onderbroken werd door en gekraak van een takje achter hen.Ella keek om en ahar gezicht werd lijkbleek.Chelsie die eht neit eens ahd gemerkt liep door.
"Ella?" vroeg ze toen ze merkte dat haar vriendin niet meer naast haar liep.Ze draaide haar hoof en keek anar Ella,die stokstijf stilstond te staren naar iets in het gras.
"Ella?" vroeg ze weer.Ella zei neits maar wees alleen mat haar vinger naar het gras een stukje verder.Chelsie volgde met haar ogen Ella's vinger en werd toen ook lijkbleek.Een of ander duister wezen met witachtige ogen en vreemde schubben op zen snuit stond tegen voer hen.Zijn klauwen geheven en kwijl druipend uit zen mond.
"Wat is dat?" Chelsie keek half verdwaasd naar het wezen.Ella reageerde neit meer.ze was verdwaalt in de ogen van het vreemde wezen.
"Ella?" Chelsie legde haar hande op Ella's schoduers en schudde haar door elkaar.
"Chelsie?Wat gebeurt er?Wat is er?" ze was helemaal in de war.
"Ik weet neit wat je ahd,maar je leek ver weg...daarbij,we worden aangevallen door een of ander raar wezen."
Ella keke weer anar eht monster en trok haar toverstok.Chelsie volgde haar voorbeeld,maar voor ze beide hun toverstok goed en wel getrokken hadden sprong het wezen op hen af en duwde beide tegen de grond.
Het wezen beet naar hen,maar Chelsie stak haar boek over kruidkunde in het wezen zen mond.Ze had bijna haar hand verloren,maar net niet.
Ella rolde van het wezen weg en kwam overeind met haar toverstok in haar hand.
"Chelsie,aande kant!"
Chelsei deed wat ze zei en rodle van eht wezen weg.Ella rcihte ahar toverstok op het wezen.
"Avada Kedavra!" Een groene lichtflits flakkerde even op en het wezen bleef roerloos liggen.
Chelsie liep er voorzichtig naartoe en haalde het boek uit het wezen zen mond.ella kwam anast ahar staan en porde met haar voet in de buik van het monster.
"Ik denk dat het dood is..." Ella keek naar Chelsie en grijnsde."Zullen we dan nu maar naar de les gaan?"
Chelsie grijnsde terug."Ja best wel."
Ze liepen weer door over het grasveld anar de kassen voor hun les kruidkunde.
Die avond terug in de leerlingenkamer vertelde Chelsie wat hen was overkomen.
"Het had net zoals Nathalie en Sanny al hadden gezegd een vreemde witte gloed in hun ogen en schubben op hun snuit.Het zag er inderdaad wel wat weerwolf achtig uit,maar ik denk dat het iets anders is."
Cathleen knikte."Het is inderdaad iets anders,het kan bijna niet anders.morge is het zaterdag,dan doe ik wel wat research anar die wezens."
"Ik help je wel." Zei Nathalie.
De stenen muur van de leerlingenkamer ging open en Mendel kwam bezweet binnen gelopen.Hij ademde diep in en liep anar hen toe.
"Wezen...in degang...viel me aan." Hij veegde het zweet van zen voorhoofd en stak zen toverstok weg.
"Jij ookal..."
"Wat bedoel je? Jij ook al? Wie dan nog?" Hij keek naar Cathleen,die naar Chelsie en Ella wees.
"Ik denk dat het voerduidelijk is dat ik zeg dat,wat die wezens ook zijn,ze het op ons hebben gemunt." Cathleen schudde haar hoofd."Wist ik alleen maar waarom."
"het word tijd dat we op odnerzoek uitgaan." Sanny knikte en keke vasberaden bij Nathalies woorden.
Er zijn nog geen reacties.