Hd. 1 - Her life was written on pages.
Toen een druppel uit een spatte, vroeg ik me af wat voor betekenis het had. Het vocht drong diep in tot iedere kern van mijn naakte huid en was duidelijk aanwezig, hoewel het maar een kleine zaak was. Mijn armen klemden verkrampt vast aan mijn opgetrokken benen en hoewel mijn nagels mijn knieën doorboorden, voelde ik geen pijn. Er was enkel die eenzelvige, zoute druppel. Het enige wat ik voelde, ondanks de pijn in mijn hart.
De druppel was niet afkomstig van regen, regen kwam nooit alleen. De druppel kwam vanuit mijn lichaam. Een kleine, transparante druppel vocht, een eenzame traan. Ik wist dat er meer zouden moeten volgen, maar ik kon het niet opbrengen om dat toe te laten staan.
De zon brandde warm op mijn huid, en hoewel ze niets zei, kon ik zien dat ze genoot. Haar lange haren vielen als een sierlijke, golfende waterval over de witte tuinstoel waar ze in weg gezakt was. Haar ogen hield ze gesloten, alsof ze honderden geheimen verborgen probeerde te houden en haar lippen krulden op een gracieuze wijze omhoog.
Een kleine windvlaag deed haar volle haren dansen en haar mond opende zich en ontwikkelde zich tot een speelse glimlach, maar er kwam nooit enig geluid uit. Ik boog me een subtiel stukje naar voor en streek met mijn vingertoppen over de egale huid van haar voorhoofd. Haar grote ogen opende zich en een hemels blauwe kleur openbaarde zich.
Ze hoefde niet te spreken om te laten zien dat ze gelukkig was. Haar ogen spraken op dat moment meer dan boekdelen. Haar vingers speelde met de gebloemde stof van haar rok. Toen ze haar rug rechtte, verdween de waterval die over de stoel golfde abrupt. Ook zij boog nu een stuk naar me toe en legde haar warme hand op mijn wang.
Haar blauwe kijkers, zo blauw als een heldere zomer lucht, staarde doordringend in mijn ogen. Kleine pretlichtjes dansten in het egale blauw. Zo blauw, dat het leek alsof ze blind was. Maar dat was ze niet. God had haar echter iets anders afgenomen, iets wat de mens soms veel dierbaarder kan zijn. De tientallen tinten blauw zagen er vertrouwt aan, lieten me warm voelen van binnen. Ik sloot mijn armen om haar hals en drukte haar tegen me aan. Een vriendschappelijke omhelzing alleen, kon al zoveel emoties wekken in de mens.
Het spreken is één van de belangrijkste handelingen van de mens. Spraakbegrip, horen en klanken uitbrengen daarnaast. Ik voelde haar klamme hand, die ze zenuwachtig om de mijne had gevouwen, zachtjes ineen krimpen en wierp haar een warme blik toe. Een blik die zou zeggen: ‘Calm down, everything is going to be alright’, maar ik wist dat spreken op sommige momenten níet het beste was wat ik kon doen. Het kon haar stressgehalte enkel erger opkrikken, het kon zorgen voor een waterval aan tranen. De blik in mijn ogen, of de woorden die ik zou uitspreken waren leugens, wij wisten dat beiden. Het zou niet meer goed komen. Maar iedere keer als ik de hoop in haar ogen zag, of de sterkte die ze uit straalde, kon ik niets meer dan geloven. Dit meisje had iets speciaals; ze zou vechten voor het doel dat ze voor ogen had.
Er zijn nog geen reacties.