Rêves à paris. Four
-
Je liep meteen door naar de plaats waar jullie klas verzamelde. Iedereen stond in zijn eigen vertrouwde groepje te kletsen. En jij ging op je eigen vertrouwde plekje staan, helemaal vanachter in de rij, alleen. Je had als eerste uur wiskunde, wat een vak om de dag mee te beginnen, dacht je elke keer opnieuw. Je zag de leekracht komen afstappen op jullie rij. Ze keek even vluchtig over de rij om te kijken of iedereen aanwezig was. En liep dan door naar de klas. Je dacht er opeens terug aan dat er vandaag een nieuwe leerling bij zou komen. Het kon je eigenlijk niet schelen, zolang hij of zij je gewoon gerust liet. Jullie gingen de klas binnen, en je liep meteen naar je plaats, helemaal vanachter in de hoek. Daar konden de leerkrachten niks zien van wat je aan het doen was. je zat op een bank helemaal alleen, en dat was goed. Dan kon je rustig verder werken aan je tekeningen. De juf begon al meteen over van alles te praten, je wist zelfs niet eens waarover het ging. Je aandacht dwaalde af naar buiten, daar vormde zich een dik, donker wolkenpak. het zou zeker en vast nog regenen vandaag. Opeens hoorde je geklop op de deur. ‘Binnen.’ zei de juf streng en ook een beetje chagrijnig omdat ze midden in haar les werd gestoord. Een jongen kwam binnen. Hij was best knap: hij had haar dat een beetje wild stond tot net over zijn oren, hij had bruine ogen & zijn kleren waren heel eenvoudig, een losse jeans met een leuk T-shirt. Zijn rugzak hing losjes over zijn schouder. ‘Bonjour’ zei hij luchtig. ‘Ik ben de nieuwe leerling, het schijnt at ik hier moest zijn ? ‘ zei hij op een vragende toon. ‘Ja, dat klopt. We verwachten je.’ zei ze. ‘ Aangenaam en welkom op onze school. Je kan je vanachter naast Marie zetten, daar is nog een plaats vrij.’ zei ze glimlachend. ‘Wat ? ‘ zei je kwaad. ‘Kan je niet gewoon een bank bijzetten ofso ?’ ging je verder.’ Marie, doe nu niet moeilijk, hij is pas nieuw. Je kan hem wat wegwijs maken in de school. ‘ zei ze al wat strenger en ook de glimlach die daarnet op haar gezicht was ontstaan,was alweer verdwenen. ‘vergeet het maar, dacht je.’ ‘Goed, misschien moet je je even voorstellen ?’ stelde de juf voor. ‘ ik ben Pierre en ik ben nieuw in de stad.’ zei hij op een rustige toon. ‘ We zijn naar hier verhuisd voor het werk van mijn vader, hij is een druk zakenman. Ik woonde in Parijs.’ hij keek al wat triester nu. Hij kwam tot vanachter in de klas en plofte neer op de stoel naast je. ‘ Hallo’ zei hij. Hij was duidelijk ene beetje zenuwachtig voor zijn eerste dag. Hij had al wat Nederlands geleerd voor hij naar België kwam. Hij bestookte je de hele tijd met vragen. Jij antwoordde altijd zo kort mogelijk. Je had geen zin om te praten. Je wou ook niet dat hij veel over jou wist. Je wou het hem het liefst gewoon in zijn gezicht zeggen, maar iets hield je tegen, je wist niet wat. Toen je hem aankijk viel je blik op zijn ogen. Je kon niet precies zeggen welke kleur ze hadden, Het was een mengeling van grijs & bruin. Ze hadden iets speciaals. Je keek weg van hem toen hij zijn gezicht in jouw richting draaide.
Reageer (1)
Verder
1 decennium geleden