Hoofdstuk 9; Scheurbek
Ik hoorde mensen achter ons nog praten bij het meisje. De meeste maakte zich zorgen om het meisje. We liepen rustig naar het bos. “Ik heb niet zo zin in al die lessen. Ik haat school.” Ik hoorde Caitlynn lachen. “Wie nou niet?” Ik trok een wenkbrauw op en ik zag dat er bij Amaris al een lichtje begon te branden. “Oh, je bedoelt je nicht Katharina.” Ik knikte naar Amaris en we liepen rustig door.
Er stonden veel leerlingen klaar bij het bos. Klaar voor de les. Hagrid legde wat aan ons uit terwijl er een apart dier naar ons toe kwam lopen. “Dames en Heren, Dit is Scheurbek.” Ik zette een paar stappen achteruit. “Gelukkig is Slings niet zo groot.” Ik hoorde Caitlynn en Amaris lachen. Ik moest zelf ook wel een beetje lachen. “Wil er iemand beginnen?” Een meisje met lange bruine krullen stak haar hand op en kwam naar voren lopen. “Ah, Gloriana wat fijn dat je als eerste wil.” Ze knikte en liep verder naar voren. “Maak een buiging en wacht tot Scheurbek terug buigt. Dan kan je haar heel voorzichtig aaien.” Ze knikte en maakte een buiging. Ik blies een pluk zwarte haar uit mijn gezicht en sloeg mijn armen over elkaar. “Lekker makkelijk een buiging maken en dan dat beest aaien.” Caitlynn begon te lachen en knikte. “Dat kan iedere aap. Misschien zelfs nog wel iets wat lager is dan een aap.” Ik lachte en knikte. Ik ging op de rots achter me zitten. “Ik verveel me zo. Ik dacht dat het leuk werd. Maar ik leer alleen maar hoe ik een dom beest moet begroeten.” Ik hoorde een kuch van Amaris en ik keek op. “Als je zo doorgaat beledig je het beest en raak je misschien nog wel gewond. Ze zijn heel erg op zich zelf gesteld hoor.” Ik haalde mijn schouders op en ik keek haar aan. “Alsof er echt iets erg kan gebeuren. Kom op zeg. Ik vind het een dom lelijk beest. Dat gewoon doet alsof hij van Adel is. Doen wij toch ook niet? Ik bedoel mijn hoor je toch ook niet de hele dag roepen dat ik een volbloed ben. Ik eis toch ook niet dat mensen voor me gaan buigen, al zou het wel mogen van mij. Maar je hoort het me niet zeggen. Ik vind het dus doelloos als ik wat tegen dat DING moet zeggen.” Ik had de nadruk echt goed op gelegd bij dat ding. Ik zag dat het beest op keek en naar mij keek. Zijn gele ogen keken me een beetje boos. Ik stak mijn tong uit en opeens kwam Scheurbek langzaam naar me toe gelopen. Ik stond op en keek boos naar het beest. “Aïcha, stop. Je kan gewond raken.” Ik keek boos naar Hagrid. “Wat kan dat beest mij nou maken. Ik ga toch ook niet hoog uit te bomen doen over mijn afkomst. Stom beest.” Ik draaide me rug toe naar Scheurbek en was van plan weg te lopen van deze domme les. Opeens voelde ik een helse pijn in mijn been en ik viel op de grond. Ik begon te gillen en greep naar mijn been. “Achterlijk beest!” “Aïcha! Gaat het wel?” Ik begon nog harder te gillen. “Wat denk je nou zelf Cait!” Het was de bekende stem van Amaris. “Iedereen achteruit! De les is afgelopen. Ik breng Aïcha wel naar mevrouw Plijster. Caitlynn, Amaris komen jullie ook mee?” Er rolde tranen over mijn wang. Ik wou mijn been niet los laten. Ik had zo'n pijn in mijn been. “Het brand! Laat het ophouden!” Caitlynn pakte mijn hand en kneep er zachtjes in. “Het komt goed, echt waar. We blijven bij je.” Ik lachte door mijn tranen heen en kneep in Caitlynn der hand. Ik voelde hoe ik werd opgetild en hoe we liepen naar mevrouw Plijster. Want elke keer dat er een stap werd gezet voelde ik mijn lichaam heen en weer bungelen en dat deed zeer aan mijn been
Er zijn nog geen reacties.