Hoofdstuk 6; Ontbijt
Ik werd de volgende ochtend wakker geschud door Caitlynn. “Word nou wakker Aïcha. Over een kwartier moet je in de zaal zijn.” Ik keek slaperig naar het hoofd dat boven me hing. “Shit dat meen je niet!” Ze knikte en ik sprong meteen uit mijn bed. “Kunnen jullie helpen?” Ik rende naar de badkamer en trok mijn schooluniform aan. Caitlynn kamde mijn haren en Amaris hielp me verder met mijn uniform terwijl ik mijn make-up snel opdeed. “We hebben je al vaker proberen te wekken. Maar je sliep echt door alles heen.” Ik keek in de spiegel en begon te blozen. “Ik had een prima droom.” Ik hoorde Amaris en Caitlynn zachtjes lachen. “Klaar.” Hoorde ik tegelijkertijd uit twee monden. Ik deed snel nog een haarband in en trok aan hun handen. “Klaar. En we hebben nog 6 minuten. Lipgloss zit in mijn zakje en mijn tanden doe ik snel na het eten.” We waren nog net optijd voor het eten en er was nog een plek naast Draco voor mij over. Ik lachte en liep er snel naar toe. Ik zag het meisje van gisteravond zitten. Niet ver van mij vandaan. “We zijn er trouwens achter gekomen hoe ze heet. Ze heet Allistar.” Ik haalde mijn hoofd lichtjes op en er kwam een kleine lach op mijn gezicht. Amaris ging verder waar Caitlynn was gestopt. “We hebben wat rond gevraagd en haar beste vriendin wil heus wat over haar vertellen je moet der alleen even op der kop hangen.” Caitlynn en Amaris kregen een kleine lach op hun gezicht. Ik begon wat breder te lachen en leunde een beetje naar voren. “Allistar...” Ze schrok op en keek me bang aan. Ze zag er al wel beter uit. Dus ik denk dat alles er uit is gekomen. “Wat moet je van me?” Ze keek me bang aan en draaide wat onzeker met haar hoofd heen en weer. “Ik vroeg me af hoe je avondeten was? Je zag namelijk een beetje groen.” Ik keek haar opeens heel lief aan. Ik zag een traan opzwellen in haar ooghoek en langzaam naar beneden rollen. Allistar had gezien dat ik de traan zag en veegde hem snel weg met haar mouw. “Moet je nou huilen? Arme kleine meid.” Zei Caitlynn. Ze begon zachtjes te lachen. “Moeten we je troosten of je mammie en pappie roepen?” Vroeg Amaris en ze begon ook te lachen en we bleven met zijn alle kijken naar Allistar. “Laat me met rust. Ga een ander pesten.” Ik hield een vinger tegen mijn mondhoek en keek bedenkelijk. “Ik weet iets beters.” Er kwam een lach op mijn gezicht en ik keek haar aan. “Ik blijf jou pesten maar je zal niet meer alleen zijn.” Ik lachte naar haar en opeens draaide ze snel der hoofd weg. Ik begon zachtjes te lachen en begon aan mijn ontbijt. Amaris en Caitlynn moesten ook zachtjes lachen maar begonnen ook aan het eten.
“Echt een aansteller zeg. Kom op. Een grapje bestaat ook nog hoor.” Ik lachte en knikte instemmend op wat Amaris zei. Ik nam een slok van mijn pompoensap en keek naar mijn bord. “Aïcha...” Ik draaide me om naar het geluid en keek in het geweldige gezicht van Draco. Ik voelde mijn bloed langzaam naar mijn wangen lopen. “Zeg dan wat.” Fluisterde Caitlynn met een stomp in mijn zij. Ik schoot een klein beetje omhoog en knikte dat ik luisterde. “Ik moet zo selectie houden voor zwerkbal kom je kijken?” Ik lachte en knikte blij. “Ja graag. Ik houdt er van om er naar te kijken. Ben jij de leider?” Draco lachte zachtjes en ik wist nou al dat ik van die lach ging houden. “Ik ben de zoeker. En de soort van Coach. Ik neem je straks wel mee.” Hij lachte en ging verder met zijn ontbijt. “Ik kan wel even kijken. Daarna moet ik naar mijn les.” Hij knikte lichtjes en lachte nog een keer en ging weer rustig verder met zijn eten.
Er zijn nog geen reacties.