10. A letter. For me?

Verschrikt liet ik de brief vallen. Ik plofte neer in een van de zetels. Waarom? Waarom moest nou net dit me overkomen? Ik las de brief nog een keer.
Feke,

Mama hier.
Er is gisteren ingebroken in ons huis. Maar ik wou je niet ongerust maken, dus ik schrijf maar gewoon een brief. Er is niets meegenomen en er is niets kapot gemaakt.

Maar ze hebben wel bezig geweest aan het schilderij van opa. Maar dat krijg je natuurlijk niet van de muur af, dus geen zorgen maken.
We denken dat het Dooddoeners waren, maar waarom weten we zelf ook nog niet. En opa wil niets zeggen. Hij slaapt nu de hele dag door.

We halen je op aan het station met de kerstvakantie.

Tot dan,

Mama & papa
Xxx

Ik vroeg me af wat de Dooddoeners in ons huis deden. Wat zochten ze? Ik zou opa wel eens ondervragen als ik thuis was. Want wij deden nooit iets wat de Dooddoeners niet aanstond. We waren natuurlijk geen partij voor Voldemort, maar we deden ook niets fout.
Het zal wel zo zijn dat opa vroeger iets gedaan heeft wat hen niet aanstond. Maar wat zou hij dan hebben gedaan? Ik maakte me zorgen en durfde niet gaan slapen. In bleef in het zeteltje zitten. Ik rolde me helemaal op tot een bolletje. Zo bleef ik bijna een uur zitten totdat ik iemand hoorde binnenkomen. ‘Feke! Wat doe jij daar nu nog?’ riep Ginny verschrikt.
Ze ging tegenover me zitten en keek me bezorgd aan. Zonder iets te zeggen ga ik haar de brief. Ze las hem 2 keer. Ze legde hem neer en keek met grote ogen naar me. ‘Hoe, maar, wat? Wat betekend dat?!’ vroeg ze zachtjes. Ik schudde met mijn hoofd, ‘geen idee. Ik kan er maar niet opkomen wat ze zouden willen hebben van ons.’ En dat was de waarheid, ik wist het echt niet. ‘Ik ga maar eens slapen. Morgen vertrek ik naar huis. En dan blijf ik daar in de vakantie.’ zei ik.
En nadat te hebben gezegd ging ik naar boven om me klaar te maken om te gaan slapen. Ik pakte uit mijn nachtkastje een foto. Het was een foto van mij bij opa op zijn schoot. Hij glimlachte en zwaaide naar de foto. Ik kon maar niet bedenken wat er was gebeurd.
Ik stapte in bed. Maar ik viel maar niet in slaap. Gedachten bleven door mijn hoofd spoken. Uiteindelijk sliep ik dan toch. Maar ik droomde slecht. Het ging over iets wazig. Ik zag Dooddoeners in ons huis rondlopen en iets klein meenemen. Maar ik kon niet zien wat. Het was iets blinkends..