2. My life is changing

We moeten eerst naar Goudgrijp, want ik heb nog maar amper geld op zak’ zei mijn moeder. Mij kon het niets schelen als ik maar mee mocht gaan. We liepen naar het centrum, recht op een groot, schitterend, wit gebouw af. Ik moest moeite doen om mijn mond niet open te laten vallen.
We liepen de grote bordes op, door de kolossale deur en kwamen zo terecht in het meest schitterende vertrek dat ik ooit zag. Achter een grote balie zaten wel honderden kobolden te werken. ze droegen allemaal ode uniformen. Mijn moeder nam me mee naar een kobold. Hij vroeg haar sleutel en riep naar een andere kobold. We moesten hem volgen. Hij trok ons mee door een grote poort.
Eventjes zag ik niets meer, maar mijn ogen wendde snel aan het duister. We stapten in een karretje. Nog geen seconde later waren we al aan het rijden. Of toch iets wat je rijden noemen kan. We gingen dieper de grond in, tot het op een gegeven moment met een ruk tot stilstand kwam. Ik stapte uit en de kobold liep al door naar een kluis met de nummer 451. Hij opende de deur en liet mijn moeder naar binnen. Ik keek mee van op en afstand. Dus hier lag ons fortuin.
Ze vulde haar portemonnee met wat geld en e konden weer in het karretje stappen. Ik was blij toen we eindelijk onze rug keerde naar het sneeuwwitte gebouw.
Nu was het tijd om spullen te halen voor school. ‘Naar waar wil je eerst?’ vroeg mijn moeder.
Ik glimlachte eens en keek rond. ‘die winkel daar’, ik wees naar een gezellig uitziende winkel. Madame Mallekin, Gewaden voor Alle Gelegenheden . ik had wel nieuwe gewaden nodig voor school. We liepen dus naar binnen.
‘Goedemiddag, waarmee kan ik u helpen?’ vroeg de dame.
‘Ik heb gewaden nodig voor school.’
‘En welke afdeling?’
‘Euhm, ik moet nog gesorteerd worden.’ antwoorde ik wat verlegen.
‘Geen probleem, gewoon zwart dus. We kunnen ze later nog aanpassen.’
Ik voelde iets kriebelen op mijn rug, ik draaide me om en zag dat ik gemeten werd door een meetlint. Toen het al mijn maten had genomen, verdween het. En een tijdje later kwam Madame Mallekin al terug met een grote zak met al mijn spullen in. Mijn moeder betaald snel. En we gingen terug naar buiten. Op naar de volgende winkel. Ik kocht nog ingrediënten, boeken, spullen voor mijn bezem en toen was het weer tijd om naar huis te gaan. We Verdwijnselden weer. En toen ik thuis was aangekomen liep ik met al mijn spullen naar mijn kamer. Ik stak alles netjes in mijn hutkoffer. Klaar om morgen te vertrekken.
Ik ging in mijn bed liggen, maar ik kon maar niet in slaap vallen. De hele tijd spookte er van alles door mijn hoofd. Mijn moeder had me al veel verteld over Zweinstein. Zij had vroeger in Ravenklauw gezeten en mijn vader in Griffoendor. Mij maakte het niet uit waar ik terecht kwam. Maar ik maakte me eerder zorgen over dat ik wel op tijd kwam, en niet ging struikelen,… maar voor ik het wist sliep ik al.
Reageer (1)
LeeukLeeukLeeuk!
1 decennium geleden