1. It’s just the beginning

nu moet ik ze er allemaal terug opzetten
oke, voor jullie doe ik dat graag
xxx
Ik werd wakker van een zonnestraal die over mijn wang streelde. Het beloofde een mooie dag te worden dus ik zag er niet tegen op om uit mijn bed te komen. Vandaag ging ik met mijn moeder naar de Wegisweg om schoolspullen te gaan halen.
Want nu ik naar Zweinstein ging had ik alles van mezelf nodig. Toen ik nog les kreeg van mijn ouders gebruikte ik hun spullen. Ik had enkel een toverstok.
Dus ik kleedde me aan en liep naar beneden. In het voorbij gaan kwam ik nog even langs het portret van opa. Mijn opa was al jaren dood. Hij was gestorven toen ik 7 was. Hij was mijn beste vriend toen. Ik kon alles tegen hem zeggen.
En nu hing hij daar, in onze gang. Ik lachte nog gedag en liep toen de keuken binnen. Mij moeder, Nastja, was al lang op zo te zien en met een zwaai van haar toverstok belandde er een overvol bord voor mijn neus. Ze riep iets tegen haar wasmand die tegen de deur botste en gaf Keye, onze leigrijze uil, te eten.
Mijn vader, Amin, was waarschijnlijk al lang gaan werken. Hij was een dokter in het St. Holisto's Hospitaal voor Magische Ziektes en Zwaktes. Hij werkte op de afdeling Schepselletsels. Ik kwam er ooit eens terecht toen ik was gebeten door een of ander raar beest. Ik had toen een zwarte wonde op mijn arm.
‘Feke, ga je klaarmaken, we vertrekken zo.’
Ik liep terug de trap op richting de badkamer. Mijn tanden waren gepoetst en mijn blond, bruine haren waren in een vlecht gebonden. Ik keek nog eens in de spiegel en toen sloot ik de deur achter me.
Voor de tweede keer vandaag liep ik af de trap en passeerde opa die al terug aan het slapen was. Ik ging naar de woonkamer waar mijn moeder al klaar stond. Ze nam haar toverstok en stak die in haar handtas. Ik pakte mijn rugzak van onder de trap vandaan en ging naar buiten. Het zonnetje scheen heerlijk over mijn gezicht. Toen ik de deur hoorde en mijn moeders hand voelde keek ik haar aan.
‘Vandaag is wel een grote dag, lieverd.’, zei ze zachtjes.
Ik kneep in haar hand dat ik mij ook zo voelde en deed mijn ogen dicht. We tolden rond in de lucht. Wanneer ik mijn ogen open deed zag ik eerst niets door het felle zonlicht. Maar al gauw waren ze gewend en liep ik achter mijn moeder aan, het cafeetje binnen.
‘Goeiedag, mevrouw. Juffrouw. ‘ de waard begroette ons vriendelijk
‘Goedemorgen, Tom’ zei mijn moeder.
We liepen door naar achter. Bij een muur met wat vuilnisbakken voor. Mijn moeder tikte met haar toverstok op de muur en die splijtte open voor ons. Ik haalde diep adem en stapte op de gekasseide weg. Mijn hartje sloeg sneller toen ik al die winkels zag.
Reageer (3)
Je schrijft echt vet mooi/leeuk/geweldig enz.!
1 decennium geledenxx
Jij bent zo verschrikkelijk goed!
1 decennium geledenLeuk! Alleen ik heb een nadeel

1 decennium geledenIk moet naar bed
Dus ik lees morgen verder maar ik neem natuurlijk wel abo!