Jaar 1: Ontmoeting
Een vuurrode stoomtrein stond op Perron 9³/4.Leerlingen liepen over het perron,terwijl ze hun familie gedag zeiden of bezig waren met hun bagage op de trein te krijgen.
Tijdens al die drukte zat er een meisje rustig in een coupe over het perron te staren. Ze had al haar spullen al aan boord en had geen familie die echt de moeite waard was om vaarwel te zeggen. Terwijl ze door het raam keek, speelde ze met haar toverstok.
Langzaam verdwenen de leerlingen van het perron en stond er alleen nog familie, zwaaiend naar de Zweinstein-express. Stoomwolken kwamen uit de trein, die langzaam aan in beweging kwam.Net op dat moment klom er nog een jonge aan boord. Net op tijd oom het ritje naar Zweinstein niet te missen.
Het jonge meisje zat nog steeds alleen in een coupe. Totdat de deur open ging en de jongen met koffer en al bezweet naar binnen kwam.
"Hey, vind je het erg als ik erbij kom zitten?"
Het meisje reageerde niet en de jongen besloot om te gaan zitten. Hij keek haar af en toe aan, maar zij was totaal niet geïnteresseerd.
"Mag ik misschien vragen wie je bent?" De jongen keek haar nieuwsgierig aan.
"Cathleen Black." Zei ze nog steeds niet geïnteresseerd.
"Aangenaam, mijn naam is Mendel Pavlov."
Cathleen keek op bij het horen van die naam. Even schrok ze van hem. Hij was knap, althans dat vond zij. Zijn korte blonde haar lieten zijn mooie profiel goed zien. Ook was hij redelijk groot en een beetje gebruind. Maar waar ze het meeste van schrok, waren zijn helder blauwe ogen.
Even wist ze niet wat ze moest zeggen. Ze keken elkaar aan.
Ook hij nam haar langzaam op en was aangenaam verrast door haar kille schoonheid. Ze had lange zwarte haren die stijl over haar schouders hingen. Haar bleke huid stak daar enorm tegen af. En net als haar haren, waren ook haar ogen erg donker. Ze hadden een grijsgroene tint. Zelf was ze ook niet erg klein, al dan niet zo groot als Mendel. Ze was ook redelijk slank, maar mooi gevormd.
Cathleen hervond haar stem weer. "Ben jij familie van de toverdrankmeester, Gerard Pavlov?"
Mendel knikte."Ja, hij is mijn vader."
"Dacht ik al. Heb je nog familie? Broers of zussen of zo?"
Deze keer schudde hij zijn hoofd. "Mijn moeder is gestorven toen ze per ongeluk een verkeerd drankje van men vader had gedronken. Ze had namelijk een ziekte en moest daarvoor een of andere toverdrank nemen...Broers of zussen heb ik nooit gehad en voor de rest ken ik mijn familie niet."
Hij haalde zijn schouders op. "Ik zit er niet zoveel mee in. En jij? Wie is jouw familie?"
Even werd har blik harder. Mendel dacht niet dat ze het hem zou vertellen, maar dat deed ze toch.
"Mijn ouders zitten alle twee in Azkaban. Niet bepaald altijd even prettig. Mijn moeder is Bellatrix Black en men vader Rodolphus Lestrange."
Ze keek weer door het raam naar buiten en leek in gedachten verzonken te zijn.
"Bij wie woon je dan?" Vroeg hij.
"Bij mijn tante Narcissa en men neef, Draco Malfoy. Ze zijn best aardig, maar ik had liever bij men eigen ouders gewoond."
"Kan ik best begrijpen."
Het werd stil in de coupe. Beide leken aan iets anders te denken.
Ze schrokken op toen ze geluid in de gang hoorde. Cathleen kwam als eerste overeind en ging kijken. Twee jonge meisje, die onmogelijk veel ouder dan zij konden zijn, liepen door de gang, lachend.
De voorste,e en slank meisje, met lange bruine haren en groenachtige ogen knalde tegen Cathleen op als ze voorbij liep.
"Kijk een beetje uit wil je?" Cathleen duwde het meisje van haar af. "Of heb je geen ogen in je hoofd?"
"Een beetje kalmer graag!" Het meisje keek haar vuil aan en begon dan weer te lachen. "Sorry, ik was gewoon zo ingenomen door wat er gebeurt is."
Ze kreeg tranen in haar ogen.
"Mijn naam is Nathalie en dit is Sanny Villijn. Men beste vriendin." Nathalie veegde de tranen weg en stak haar hand uit.
"Aangenaam, ik ben Mendel Pavlov." Mendel was ook de coupe uit gekomen en schudde Nathalie haar hand.
"Cathleen Black." Antwoordde Cathleen terwijl ze overeind kwam en over haar arm ging. "Wat is er zo grappig dat je iedereen die je tegen komt overhoop mag lopen?"
Het andere meisje kwam naar voor. Ook zij had lang bruin haar maar had eerder grijze ogen en haar gezicht was ook veel fijner en bleker dan van Nathalie.
"Een stel 5de jaars van Ravenklauw waren een 2de jaars van griffoendor aan het plagen. Hij schoof door de gang van de trein recht het toilet in. Ik dacht dat ik niet meer bij kwam. Uiteindelijk moesten we daar weg, want er kwam een leraar aan. Ik wist alleen niet dat er leraren op de trein mee reisde." Sanny lachte nog steeds.
"Is dat alles?" Cathleen was weer niet geïnteresseerd en ging de coupe weer in en ging weer aan het raam zitten.
"Was dat alles? Je had erbij moeten zijn, het was echt grappig." Nathalie liep haar achterna en ging naast haar zitten. "Het was enorm grappig en ik wed dat jij niet beter kunt."
"Dan raad ik je aan om uit men buurt te blijven."
Cathleen meende het serieus, maar keek Nathalie niet aan. Sanny kwam ook mee in de coupe zitten en Mendel kwam weer tegen over Cathleen te zitten.
Hij keek naar haar en zag duidelijk dat wat er hier ook gebeurde, ze het allemaal nutteloos vond...
Reageer (1)
Goed geschreven!
1 decennium geleden