Bij dit hoofdstuk en hoofdstuk 5 heb ik geen idee welke foto er bij stond en ik had juist van die ze nog niet opgeslagen, dus die staan er niet meer bij. De rest van de hoofdstukken wel (als het goed is)

Waarom zei je dat nou? Vraagt Evan als we later buiten lopen.
Ik kijk hem onschuldig aan. ‘Ik weet niet wat je bedoelt.’
‘Tegen Katherine. Ze is een 500 jaar oude vampier, maak haar nou niet boos.’
‘Dus jij vertrouwt haar ook niet.’ Concludeer ik.
‘Natuurlijk niet. Maar het je het spreekwoord nooit gehoord? “Keep you friends close and your enemy’s closer.” Trouwens, Mason is al jaren een vriend van de familie, een slechte keuze qua vriendin is geen reden om dat op te geven.’
Ik wijs met de autosleutels beschuldigend zijn kant op. ‘Hé, jij zei dat ik meer moest zeggen wat ik vond.’
Evan schiet in de lach. ‘En dan kies je haar om het op uit te proberen?’
Ik haal mijn schouders op en gooi hem de sleutels toe. Hij gooit ze direct weer terug.
‘Ik reed heen, jij gaat terug.’
Ik kijk hem even bedachtzaam aan en gooi dan de sleutels weer zijn kant op. ‘I don’t think so.’
Evan schudt weer lachend zijn hoofd. ‘Je bent onverbeterlijk.’
‘Dankje.’ Zeg ik met een glimlach en ik ga op de passagiersstoel zitten. Ik wil mijn mobiel pakken, maar dan realiseer ik me ineens dat ik mijn tas helemaal niet heb.
‘Wacht even!’ Zeg ik snel als Evan de auto start. ‘Ik ben mijn tas vergeten.’ Zeg ik terwijl ik uitstap.
Binnen kijk ik om me heen. Aan de tafel waar we zaten, zitten nu andere mensen en mijn tas hangt er niet meer.
‘Zoek je iets?’ Hoor ik dan achter me.
Als ik me omdraai ben ik even sprakeloos. Ik hap naar adem en zoek vluchtig in mijn hoofd naar woorden, die plotseling allemaal verdwenen lijken. Hij is zonder twijfel de knapste jongen die ik ook heb gezien. Hij heeft ijsblauwe ogen, donker haar en is ongeveer van mij leeftijd.
‘Ja, mijn tas.’ Breng ik uiteindelijk uit.
‘Zwarte schouder tas? Hing aan die stoel?’ Hij wijst naar de stoel waar ik zat en ik knik. ‘Niet gezien.’ Zegt hij met een grijns.
Ik schiet in de lach. ‘Hmm, waarom geloof ik dat niet?’
Hij haalt zijn schouders op. ‘Het is een raadsel. Kom maar mee, ze hebben hem bij de bar.’
Ik loop achter hem aan. ‘Werk jij hier?’
Hij schudt zijn hoofd. ‘Ik zag de vrouw die nu aan de tafel zit hem afgeven bij de bar.’ Dan draait hij zich naar mij. ‘Hoe heet je eigenlijk?’
‘Jasey. En wie ben jij?’
Hij grijnst. ‘Alexander William Salvatore, maar dat klinkt zo afgezaagd, dus hou het maar op Alex.’
Nu moet ik ook lachen. ‘Oké, ik zal het onthouden.’
‘Wat mag het zijn.’ Vraagt de vrouw aan de bar dan plotseling.
‘Ik ben mijn tas vergeten, hij hing bij die tafel.’ En ik wijs in die richting.
De vrouw bukt even en overhandigt me de tas. ‘Alsjeblieft.’
Alex loopt nog mee naar de deur.
‘Nou, dan zie ik je nog wel eens.’ Zeg ik.
Hij glimlacht. ‘Ik hoop het.’ Zegt hij nog, en dan loopt hij terug naar binnen.
Buiten sta ik te trillen op mijn benen. Ik krijg de enorme lach niet van mijn gezicht en werp nog een laatste blik naar binnen voor ik naar de auto loop.
‘Ik hoop het ook.’ zeg ik zacht.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen