Deel 2
“Het begon allemaal toen ik werd geboren, honderd zestien jaar geleden”, begint ze haar verhaal. “Ik zag dingen en wist dingen die niemand zag of wist. Niemand geloofde me, maar ik wist zeker dat de wezens echt waren. En op mijn zestiende verjaardag werd dat bewijs eindelijk geleverd. Ik werd ontvoert.” Ze neemt een korte adem pauze en vervolgt haar verhaal. “Ik werd cadeau gedaan aan de Koningin. Ze zei dat ik speciaal was en dat ze zeker wist dat ze veel aan mijn gave zou hebben. Ze noemde het een gave, terwijl het voor mij nooit een gave is geweest. Natuurlijk wist ik toen nog niet dat ze alleen maar misbruik van me wilde maken en dat ze me gebruikte om een oorlog te winnen.”
Diep van binnen moet ik lachen om dit verhaal en weet ik niet zeker wat ik ervan moet denken. Eigenlijk heb ik ook helemaal geen zin om haar verhaal uit te typen, maar om haar een plezier te doen, doe ik het toch. Precies, woord voor woord, type ik haar verhaal uit.
“Het koste me vele jaren om uiteindelijk de waarheid te ontdekken en toen was het al te laat. De Koningin wist dat ze zonder mij de oorlog zou verliezen tussen haar en de elfen, daarom wilde ze me zo graag houden en mocht ik nergens heen zonder dat ze wist waar ik was. Ik mocht ook niet buiten het kasteel komen, zonder dat er iemand bij me was. Ze is altijd bang geweest dat ik de waarheid over haar zou ontdekken en ze wist dat ik dan zou vluchten.”
Ik begrijp niks van haar verhaal en type rustig verder.
“Weet je wat, ik begin bij het begin. Dan snap je het beter”, zegt ze, alsof ze mijn gedachten kan lezen.
Er zijn nog geen reacties.