33. Climbing it.
Ooit al eens een berg beklommen die redelijk steil is? Zwaar, he? Dan moet je je eens voorstellen dat die berg eigenlijk een actieve vulkaan is die om de zoveel minuten lava spuwt die je moet ontwijken of je hebt hele erge brandwonden: dàn kan je je mijn situatie wel voorstellen. Dat is pas zwaar. En echt kicken. 'Dat doe ik niet.' ik keek bezorgd naar de andere kampers die de vulkaan aan het beklimmen waren. En op die woorden had hij gehoopt. Hij keek me grijnzend aan:'Wordt de Aphrodite bang?' 'Nee, de Apollo is gewoonweg een gevaarlijk en gestoord ventje.' Hij glimlachte naar me. 'Roseline, we moeten oèfenen. En dit ìs oefenen. Dan ben je getraind voor monsters en..' 'Die monsters kunnen je niets doen als je al dood bent door die lava!' Ik hield de kampers nauwlettend in het oog. 'Wees niet zo'n dramaqueen! Er kan heus niets gebeuren. Hoogstens een paar brandwonden maar dan drink je wat nectar en klaar is kees.' 'Klaar is kees.' herhaalde ik hem sarcastisch. 'jep.' hij gaf me een klap op mijn rug en ging naar de vulkaan. 'En je hebt geen keuze. Je bent de uitdaging aangegaan en je gaat het doen. Boehoehoe.' Ik rilde:'Maar..' 'Geen gemaar!' en hij pakte mijn hand om me mee te trekken. Ik was nog nooit van mijn leven zo bang geweest, afgezien van mijn ontmoeting met Hades. Liet me een spin zien, ik zou het beestje geknuffeld hebben. Ik werd niet door een touw of iets vastgehouden. Ik moest de vulkaan op mijn eigen houtje beklimmen. En dat met een short aan. Na welgeteld drie minuten, ik telde het, begon de vulkaan te trillen en de donkerrode lava kwam uit de top. 'Nee!' gilde ik en sprong op mijn tippen van de lava weg, snel naar boven. 'Nee, nee, nee!' en daar lag ik al. Ik voelde een scherpe steek van een steen waarvan de punt zich in mijn been kerfde. Bloeddruppels rolden langs mijn onderbeen naar omlaag. Maar ik had de tijd niet om er aandacht aan te besteden want een nieuwe vloed lava kwam mijn richting uit. Ik sprong opzij en begon nu echt te rennen. Dit was te gevaarlijk. Een normaal mens zou al lang geroosterd zijn. Een normààl mens, bedacht ik me, geen halfbloed. En ik kon er geen andere conclusie uit trekken dan dat ik een halfbloed was. Aan de top, waar Alex stond, kon ik eindelijk weer rustig ademhalen. Ik keek in zijn ogen, hij in demijne en ik voelde me rustig worden. 'Wel..' hij leek even uit het veld geslagen. Tot zijn beroemde en best leuke grijns terugkwam. 'Dat was dan de helft.' Mijn ogen werden zo groot mogelijk. 'Pardon?' en alsof de vulkaan zijn woorden begreep, begon die terug te rommelen en te trillen. 'Nee-ee!' even keek ik Alex bang aan, die gierend van de pret naar beneden liep en dan rende ik achter hem naar beneden. Nee, nee, nee! Ik sprong opzij voor de lavavloed maar bleef rennen. Mijn hart klopte op volle toeren door de angst en het lopen. Het probleem was dat ik veel viel en de lava dan gevaarlijk dichtbij kwam. ik deed mijn ogen toe zodat ik alleen het ruisen van de wind hoorde. Het - ik voelde warmte en... 'Rose!' Twee armen hielden me tegen. 'Je bent hier. Je hebt het gehaald.'
Er zijn nog geen reacties.