#87.
Ik parkeerde de auto niet veel later op een bewaakte parking en staarde zuchtend door het raam. Het was steeds drukker aan het worden. De stad en haar medebewoners kwamen langzaam tot leven. Er ging zoveel door mijn hoofd heen dat ik amper wist wat er precies door me heen ging. Ik sloot mijn ogen en probeerde na te denken, maar het lukte me niet. Ik voelde me leeggezogen en futloos, te vermoeid om ook nog maar een seconde na te denken over het gesprek met de dokter en over de vragen en angsten die zich in mijn hoofd genesteld hadden. Ik besloot dan maar om uit te stappen. Met de winkelstraat voor me vond ik dat ik op zijn minst een poging moest doen om mezelf af te leiden. Het viel me op dat er vooral dure merkwinkels waren, maar gelukkig ook enkele goedkope winkelketens, want eigenlijk had ik niet zoveel geld bij me. Het kon vast wel geen kwaad om mijn ogen eens goed te verwennen met al dat moois in de etalages. Uiteindelijk stapte ik een winkel binnen die ik kende van in België. Alleen was die hier wel vijf keer zo groot. Er hingen heel wat chique kleedjes voor de feestdagen die er stilletjes aan zaten te komen. Ik griste er een paar mee die ik meteen ging passen.
Na zo’n twee uur heen en weer lopen tussen de rekken en het pashokje hield ik toch nog twee verschillende jurkjes over. “Goed, dan neem ik ze alle twee”, mompelde ik tegen mezelf. Vervolgens vervolgde ik mijn weg naar de schoenafdeling, waar ik meteen voor een veel moeilijkere opdracht stond. Dat kreeg ik dan weer met mijn schoenmaat zevenendertig. Ik werd er werkelijk hyper van door naar die hoge pumps met glittertjes te kijken. Ik moest ze gewoon hebben. Ik deed een paar aan en bekeek mijn voeten in de spiegel. Het zag er best wel stijlvol uit, maar het was misschien net iets te om te dragen op een doodgewone dag. Aangezien ze perfect pasten bij mijn kleedjes, propte ik de schoendoos ook nog maar eens in mijn armen. Ik rekende af en vervolgde mijn weg naar de andere winkels. Ik liet mezelf verleiden door een goed ruikende fruitige parfum en een paar oorringen. Waarschijnlijk had ik weer veel te veel gekocht, maar ik kon het niet helpen.
Ik kocht mezelf een blikje chocomelk en verkende de stad verder. De rumoerige winkelstraten liet ik achter me. Na een tijdje te wandelen kwam ik uit bij een parkje waar een jongen met zijn hond aan het spelen was. Mijn benen werden moe, mijn voeten tintelden van de kou en ik begon toch wel honger te krijgen. “Eindelijk”, zuchtte ik toen ik me met zakken op een van de bankjes had laten neervallen.
Reageer (6)
Ocharme Billie,
1 decennium geledenEn ja je hebt het goed uitgelegt! (-:
Snel verder!