Wow!
Lees ze!!!
Ik aarzelde geen moment.
Ik schatte de afstand en liep razendsnel in de richting van de geur.
Terwijl ik liep dacht ik aan de afgelopen twee jaar.
Het was me teveel geworden. De constante aanwezigheid van mijn familie. De eeuwige liefde die ze uitstraalden. En al die bezorgde opmerkingen elke keer dat ik per ongeluk liet merken hoe moeilijk ik het ermee had. Dit was makkelijker maar het was nou ook niet bepaald zo dat mijn leven plots geweldig was.
Het begon echt zielig te worden.
Ik bedoel ik had me zonet ingebeeld dat de wind tegen me probeerde te praten. En het zou me niets verbazen als ik me die geur ook alleen maar inbeelde.
Niet veel later stopte ik aan de rand van een weiland.
Op dat weiland vochten twee poemas om een jong hert.
Ondanks de brandende dorst werd mijn aandacht niet door de drie hapklare prooien getrokken, maar door het prachtige wezen dat ergens boven hen in een boom zat.
Het was een jonge vrouw-ik schatte haar niet ouder dan twintig-met een bleke huid en donker mahonie kleurig haar. Ze droeg een strakke Jeans en een nauw sluitende diepblauwe bloes die haar vormen prima deden uitkomen.
Ze was slank en ondanks het feit dat ze zonder twijfel een vampier was zag ze eruit alsof ze al haar botten zou breken als ze zou vallen. Ze had fijne gelaatstrekken en haar schoonheid was onovertroffen. Het was duidelijk dat ze ook als mens vrij knap was geweest. Maar in tegenstelling tot Rosalie-die net als dit meisje ook als mens al heel aantrekkelijk was geweest-zag ze er niet hooghartig uit. Ze kwam eigenlijk heel bescheiden over. Ik kon me nauwelijks voorstellen dat ze er echt over dacht om de poema's te doden. Hoe zou iemand die er zo vredelievend uitzag ooit iets of iemand kwaad kunnen doen?
Maar vooral haar ogen trokken mijn aandacht.
Ze waren rood.
Dan was ze dus of nog erg jong of nog niet zo heel lang vegetariër. Ik ging ervan uit dat ze gewoon nog maar net aan het vegetarisme begonnen was. Want als ze jong was dan zou haar schepper in de buurt moeten zijn, maar wij waren de enige twee vampiers in de omgeving.
Als ik haar gemaakt had dan zou ik haar goed in de gaten houden, haar nooit meer uit het oog verliezen. Ze was prachtig.
Toen schoot ze in actie. Ze sprong uitzonderlijk gracieus uit de boom en lande precies tussen de twee vechtersbazen in. Nog voor ze echt wisten wat er gebeurde had ze hun nekken gebroken en begon ze de eerste leeg te drinken.
Ik aarzelde even, zou ik haar durven aanspreken?
"Excuseer?" begon ik. Ze veerde overeind en keek me doodsbang aan.
"Het spijt me ik wilde u niet laten schrikken..."
Ze keek me wantrouwig aan en toen gleden haar ogen over de mijne. Ik weet niet waarom maar toen ze me in de ogen keek ontspande ze meteen. Toen nam ze me nog eens in zich op en haar blik werd enigszins bewonderend. Beviel mijn uiterlijk haar? Ik probeerde haar gedachten te lezen.
Niks. Niet eens een fluistering.
Ik vroeg me even af waarom ik haar niet kon horen tot ik me bedacht dat dat waarschijnlijk bij haar gave hoorde. Er gleed een warme glimlach over haar gezicht en ze gebaarde naar de tweede poema. Ik vermoede dat ze me uitnodigde om mee te eten.
"Dat aanbod sla ik zeker niet af," zei ik met een lichte buiging.
"Ik ben Edward Cullen, en met wie heb ik het genoegen als ik vragen mag?"
Ze deed haar mond open om iets te zeggen maar bedacht zich op het laatst en beet op haar lip. In plaats van gewoon te zeggen hoe ze heette gooide ze me iets toe dat in de achterzak van haar jeans gezeten had. Ik ving het op. Het was een portefeuille. Ik maakte hem open en vond een identiteitskaart.
"Isabella Marie Swan?" Ik keek haar vragend aan. Ze knikte.
"Kan je niet praten?" vroeg ik. Ik klonk misschien een beetje onbeschoft, maar ik had nog nooit gehoord van een vampier met eender welke soort handicap.
Ze beet weifelend op haar lip.
"Wíl je niet praten." Dat klonk logischer, maar tegelijkertijd sloeg het nergens op. Ze knikte.
"Wel, ik zal je nergens toe dwingen, Isabella. Dat is trouwens een heel mooie naam. Als ik zo vrij mag zijn."
Plots stond ze voor me. Haar nabijheid deed vreemde dingen met mijn lichaam.
Ze nam de identiteitskaart en dekte een deel van haar naam af, waardoor er nu allen nog maar 'Bella' stond. Ik begreep het meteen.
"Bella dan. Hoe dan ook, nog altijd een heel mooie naam. Wel ik heb begrepen dat ik uitgenodigd ben om met u te lunchen?" Ze knikte.
"Dan zou ik het zeer jammer vinden om ons eten koud te laten worden vind u niet? We hebben alle tijd van de wereld om elkaar te leren kennen."
Nadat we die twee poema's genuttigd hadden liet Bella me haar jachtmethode zien.
Reageer (5)
Oeh klinkt heel leuk! ! Hopen dat ze bij elkaar komen
1 decennium geledenleuk verhaal maar het past gewoon niet bij edward al die u's
1 decennium geledenEcht een goe verhaal
1 decennium geledenSnel Verder!!!
1 decennium geledenSnel verder!!!
1 decennium geleden