29. Percy
Percy kwam uit zijn huisje gewandeld met een geschokte blik die lichtjes geamuseerd werd toen hij mij en Annabeth zag staan. 'Hey Annebeth en hey Rose. Eu -' 'Roseline.' verbeterde ik hem met een glimlach. Ik was van plan Annabeth eens goed jaloers te maken. 'Roseline, juist. Hmm, Dionysus leek wel vriendelijk tegen jou.' hij grijnsde. 'Peter, zo noem ik volgens hem altijd. Volgens mij doet-ie het expres. Wat doe je hier?' 'Ik moet een brief geven.' zei ik al wat rustiger. 'En.. kon diegene die de post normaal rondbrengt, dat niet geven?' Hij trok zijn ene wenkbrauw op. Dat was eigenlijk best een grappig gezicht, maar nu was ik niet in staat om te lachen. Door Annabeth. 'Ja, dat vroeg ik ook al.' zei ze op haar ergerlijke manier en met haar hoofd trots opgeheven. 'Maar je kent de Aphrodite's, he? Altijd zo wanhopig op zoek. En helemaal niet netjes. ' 'Jij kent niets over mij.' siste ik haar toe. 'En laat me met rust. Je hebt hier niets te zoeken, Annabeth.' Ze trok haar neus op en Percy wist niets anders te doen dan van de ene naar de andere kijken. 'En wat ga jij me dan doen?' zei ze spottend. 'Een mascara naar me gooien? Ik ben een kei in gevechtsstrategiën, je wilt geen ruzie met mij, Roseline. Ik maak je af.' ik kon me wel voorstellen hoe knalrood ik zag door de woede; ik voelde het tintelen tot in de toppen van mijn vingers en ik had het bloedheet. 'Kom op dan.' Ik kon alleen nog maar fluisteren. 'Hé, meiden, stop gewoon!' Percy liep tussen ons in met zijn handen gespreid, bereid om ons tegen te houden. 'Stop gewoon!' 'Maar..' 'Neen, Annabeth. Gà gewoon. Roseline moest iets geven dus laat haar dat gewoon doen zonder kattig te worden. Jezus.' 'Oké dan.' Annabeth keek nog even vies en draaide zich dan om om met grote passen en lang haar dat achter haar wapperde, door te gaan. 'Kom dan.' Percy wenkte me en liep naar zijn huisje. Ik achter hem aan, met de brief.
Reageer (2)
YEAH.
1 decennium geledenmoooi,
1 decennium geledenheeel snel verder <33!