Feniks
we werden vastgepakt, we keken om en zagen Vilder. kon deze dag nog erger.
"Nu heb ik jullie, jullie zullen boeten voor wat jullie doen!"
"We hebben niks gedaan!" "Vertel dat Perkamentus maar." hij sleepte ons mee naar een standbeeld. Harry leek het te begrijpen. Vilder zei iets, ik begreep het niet en opeens schoot het beeld opzij en bewoog de trap. dit was geweldig. en mijn dieren hadden dit nog niet gezien.we liepen de trap op, een grote deur opende uit zichzelf. we stapten binnen, Perkamentus was nergens te zien. ik keek wat om me heen en zag een heleboel wat ik nog nooit had gezien. mijn blik stopte op een vogel, het was een rode vogel, zo mooi. en het raarst eraan was, het kwam me zo bekend voor. opeens schoot mijn visioen me te binnen. Harry gebeten door de basilisk. tranen liepen weer over mijn wangen. Harry had het niet door en liep naar de vogel toe. opeens ging die in vlammen op en kwam Perkamentus aanlopen. Vilder was al verdwenen zonder dat we het doorhadden gehad. "En waarom heeft Vilder jullie hierheen gebracht?" we vonden half- onthoofde Henk versteend. en hij zag ons staan. eigenlijk is het niet zo raar dat hij dat denkt. altijd zijn wij in de buurt als zoiets gebeurd. ik zuchtte en keek omlaag. ik wist niet of ik hem moest vertellen waar ik achter was gekomen en waar ik last van had. "Hebt u me nog iets te vertellen, mevrouw Torn, de frons op uw gezicht zegt namelijk dat er iets is."
"ik weet niet of ik dit kan vertellen en helemaal niet als Harry erbij is."
ik keek beschaamd naar de grond en Harry keek me verwijtend aan.
"Je kent toch een spreuk zodat je het in mijn gedachten kan zeggen?"
het muntje viel. snel zij ik de spreuk en begon ik te vertellen.
toen ik mijn hart gelucht had vernietigde ik de spreuk.
"Ik begrijp dat je dat niet kon vertellen met Harry erbij, maar enkele dingen zou hij wel moeten weten. voor zijn eigen veiligheid."
"Oke, ik zal het hem vertellen.
we liepen uit zijn kamer en de trap af.
Harry pakte me bij mijn schouders en vroeg wat ik hem nog moest vertellen.
"Harry, het wezen dat de mensen versteend is een basilisk. meer vertel ik je niet." "en hoe weet jij dat, heb jij het vrijgelaten?!" "Nee, ik vermoord niemand, ik heb last van visioenen en daar kan niemand iets aan doen."
ik rende weg, een vriend heb ik waarschijnlijk verloren. en hij zou ook nog gaan sterven. het leven is niet eerlijk.
terug in de leerlingen kamer was er niemand meer wakker. het was stil.
ik wierp een blik op de klok, 5 uur. het had geen zin om te proberen te slapen, het is al te laat. ik liep naar mijn kamer en keek door het raam. geluidloos opende ik het en dook ik naar beneden. ik omarmde de koelte van het water.
Reageer (2)
snel verder
1 decennium geledensuper snel verder:9~
1 decennium geleden