Witchnapped
"Nee, laat me los, laat me, ik moet-" nog voor mijn zin kan afmaken wordt ik door één van de beveilingsmensen een eind achteruit geslingerd. Plots haalt Orion zijn toverstok boven en gooit een spreuk in de aanval.
"Congelo!"
De mannen verstijven van kop tot teen. Zo snel als ik kan krabbel ik overeind en ren naar het oorverdovende geluid toe. De muren van de gang lijken op me af te komen en plots besef ik dat dit ook werkelijk het geval is. Ik kijk vluchtig op de deur van elke kleedkamer die ik voorbij ren, tot ik de juiste heb gevonden. Ik duw de deur met het bordje 'Nuclear Sins' open en ik zie hoe mijn zusje een vortex ingezogen wordt. Ik wil haar grijpen maar ik ben net te laat. De vortex sluit en met een harde smak raak ik de grond. Terwijl zilte tranen zich een weg langs mijn wangen banen, huilt mijn hele lichaam mee. Verslagen, komt Orion de ruimte binnen. Hij komt naast me zitten en trekt me dicht tegen zich aan. Mijn hoofd stevig tegen zijn schouder geduwd zodat ik zijn tranen niet zou zien. Maar ik voel hoe ze mijn haren natmaken. Uren gaan voorbij in slechts luttele seconden en de muziek van de band op het podium dreigt me tot waanzin te drijven. Plots gaat Orion recht staan en haalt me omhoog aan mijn arm. Wiebelig, als een pasgeboren veulen, sta ik op mijn benen. Wanneer ik een pas zet, protesteert mijn lichaam en ik kom terug op de grond terecht. Opnieuw helpt mijn broer me recht, maar deze keer slaat hij één van mijn armen om zijn nek en met zijn vrije arm ondersteunt hij me. Eenmaal in de auto barst ik opnieuw in tranen uit, het is zo vreselijk stil zonder haar. Na een eindje gereden te hebben, gaat Orion opeens aan de kant van de weg staan. Verbaasd kijk ik hem aan.
"Ik zie niks." zegt hij met gebroken stem.
Hij kijkt me aan en ik zie waarom. Zijn ogen zijn zo waterig dat ze hem het zicht belemmeren. Ik zeg niks, maar leg een hand op zijn schouder. De eerste traan vloeit, gevolgd door vele meer. Deze keer probeert hij ze niet te verstoppen. De verdere rit naar huis wordt er geen woord gezegd. We zijn beiden zo verzonken in gedachten, zo overtuigd dat het ons schuld is.
Thuisgekomen ga ik naar bed waar ik verzink in een rusteloze slaap. Opnieuw en opnieuw zie ik haar. Hoe ze haar hand naar me uitstrek, hoe ze verdwijnt in het duister. Haar ijselijke gil verlaat nu ook mijn mond en badend in het zweet wordt ik wakker. Beneden hoor ik een vaag gerommel. Angstig sluip ik de trap af, mijn toverstok in mijn handen. Ik hoor stemmen in de keuken. Voor ik binnen ga, besluit ik even te gluren. Ik zie een hologram van Lucian uit de stok van Orion komen. Maar het belangrijkste deel van het gesprek heb ik gemist.
"Dankje Lucian. We gaan haar meteen opzoeken."
Voorzichtig stap ik de keuken binnen.
"Wie gaan we zoeken?" mijn stem klinkt koud en hard. Pas nu zie ik dat de zon al op is.
Reageer (1)
WOW.
1 decennium geledenHave you ever realised how amazingly well you write?
I love this,
I started crying
Next please??