Ik zag het onbegrip in de ogen van alle leerlingen in deze kamer terwijl ik enkele stappen vooruit deed. ‘Vandaag zal het eindigen.’ Mompelde ik in mezelf. Areanos keek me onderzoekend aan, probeerde mijn gezichtsuitdrukking te doorgronden. ‘Waarom doe je zo moeilijk? Waarom kom je niet gewoon met me mee?’ vroeg hij. ‘Omdat ik mijn hart al aan iemand anders verloren heb.’ Als Draco dan toch mijn metgezel zou worden, dan wilde ik hem verlossen van een leven lang vol vluchten en angst. We zouden hier nog even kunnen blijven, we zouden ons niet meer hoeven te verstoppen. Ik voelde mijn krachten het hoogtepunt bereiken en ik wist dat het nu of nooit was.

Najim.
Een luide gil verbrak Draco’s concentratie. Ook ik keek meteen op, want ik wist zeker dat die gil afkomstig was van Noémi. ‘Noémi, er is iets mis. Kom op.’ Draco was al vertrokken voor ik kon opstaan. Zo snel we konden liepen we terug naar het kasteel. ‘Ik denk dat het uit de grote zaal kwam.’ Mompelde Draco. Mijn blik rustte op Draco’s gezicht. Hij was echt bezorgd, bezorgder dan ik. Ik had nooit gedacht dat er iemand zou zijn die meer om haar zou geven dan ik. We liepen de openstaande deur door en ik schrok meteen op van het tafereel dat we daar aantroffen. Noémi lag hijgend en puffend op de grond, haar haren zaten door de war en ze zag er uitgeput uit. Voor haar stond een jonge man die lachend op haar neer keek. Noémi wilde opstaan, maar de man trapte haar hard in haar maag. ‘Nog niet genoeg gehad, meid? Je had met me mee moeten gaan toen je nog kon.’ Geschrokken hapte ik naar adem en stootte Draco aan. ‘Dat is Areanos.’ Zei ik. Draco’s ogen werden groot. ‘Help haar dan!’
Ik schudde angstig mijn hoofd. ‘Ik kan haar niet langer helpen. Jij moet het doen.’
‘Maar dat kan ik helemaal niet! Ik weet niet hoe!’
God, waarom moest hij toch zo luid roepen? Areanos draaide zich om en keek me recht aan. ‘Aha, daar ben je. Waarom kom je er niet gezellig bij? Ik vroeg me al af waar je was, Najim.’
Mijn hand taste naar mijn toverstok dat nu mijn enige wapen was.
‘Najim!’ Patty, die eerder net als alle andere leerlingen tegen de muur gedrukt stond, sprong naar voren. ‘O, dat meen je toch niet? Heb je een vriendinnetje gevonden?’
Areanos strekte zijn arm en Patty werd door de lucht gegooid. Ze kwam naast hem neer op de grond en keek angstig op. Areanos nam haar gezicht tussen zijn handen en bestudeerde haar aandachtig. ‘Niet mis, Najim. Dat moet ik je nageven, je hebt een prima smaak.’
‘Blijf van haar af!’ riepen ik en Draco meteen tegelijk. Draco leek te gloeien van woede, wat uitzonderlijk was. Met mijn krachten was het moeilijk om al die vreugde te weerstaan en je eigen emoties voorrang te geven. ‘En wie ben jij wel als ik vragen mag?’
Draco keek hem recht in de ogen aan, geen angst op zijn gezicht te bespeuren. Op dat moment keek ik echt tegen hem op. Hij hield net zoveel van Patty en Noémi als ik, hij wilde ze net zo graag beschermen. Als ik ooit bang was geweest dat Noémi niet in goede handen zou zijn, bleef er niets meer van dat gevoel over. Ik zag het vuur in zijn ogen, zijn verlangen om Patty en Noémi te redden. Van het ene op het andere moment verscheen een felle, gouden lichtstraal uit zijn handen en schoot richting Areanos, waardoor hij Patty moest losloten om opzij te springen. Vol verbazing keek hij Draco aan. ‘Laat hun gaan en vertrek!’ riep Draco terwijl hij een tweede lichtstraal in zijn richting stuurde. Noémi stond wankelend op en liep naar ons toe. Met pijn in mijn hart besefte ik dat ik nu niet kon helpen, dit zouden ze alleen moeten doen. ‘Jij rekent samen met Noémi af met Areanos, ik help Patty.’ Zei ik en liep snel naar haar toe. ‘Najim, wat gebeurd er allemaal? Wie is die man? Hoe deed Draco dat? Hoe kende hij jou naam?’ vragen werden naar mijn hoofd gegooid terwijl ik haar voorzichtig op hief. ‘Later, oké? Je moet de anderen hier weg halen.’
‘En jij dan?’ vroeg ze aarzelend.
‘Ik moet hier blijven om Noémi en Draco te helpen. Wees gerust, er overkomt me niets. Ik ben volkomen veilig.’
Patty knikte en ik zette haar snel weer neer.
‘Ga met hen naar buiten en blijf dan bij hen.’
‘Goed.’ Aarzelend beet ze op haar lip. En toen, zomaar uit het niets sprong ze naar voor om haar lippen op de mijne te drukken. Mijn hart ging als een razende tekeer en als ik niet beter wist zou ik zweren dat het uit mijn borst zou springen. Na enkele seconden trok ze zich terug en schonk me een brede glimlach. ‘Ik hou van je.’ Fluisterde ze. ‘Ik hou ook van jou.’ Antwoordde ik. Ze draaide zich om en liep naar de anderen. Al snel zag ik hun stilletjes naar de deur lopen. Ik richtte mijn aandacht weer op het gevecht. Areanos had niet eens door dat de anderen de kamer verlaten, hij was volledig in beslag genomen door Draco en Noémi. Ik zag nu wel dat Noémi de voorhand nam, Draco was zwak door zijn tekort aan zijn ervaring. Dit was allemaal zo nieuw voor hem. Hij had zijn krachten slechts een half uur en vocht nu al voor zijn leven. Ik wou dat ik iets kon doen, maar ik wist dat ik te zwak was. Ik merkte wel duidelijk dat Noémi steeds meer en meer mach begon te vergaren. Haar ogen waren volledig zwart geworden en beetje bij beetje begon ze licht te geven terwijl Draco probeerde Areanos’ aanvallen te ontwijken en zelf enkele aanvallen te plegen.
Maar toen ging het mis, ik zag het al voordat het gebeurde. Draco verloor zijn concentratie en keek naar Noémi, waardoor hij de volgende aanval niet kon afwenden. De spreuk raakte hem recht in zijn borst en hij zakte in elkaar. De schelle lach van Areanos galmde door de zaal terwijl Noémi naast hem knielde. ‘Draco? Kom op, Draco. Sta op. Ik kan dit niet alleen.’ Tranen verschenen in haar ogen en het licht werd sterker. ‘Je hebt hem vermoord!’ riep ze plots hysterisch. Ze sprong op en haar hele lichaam trilde van woede. Ik vroeg me af waarom ze niet doorhad dat hij nog moest leven. Ze waren verbonden, de een kan niet leven zonder de ander. Doch leek dat niet tot haar door te dringen. De woede zorgde ervoor dat ze niet meer logisch na kon denken. Het trillen werd erger en het licht werd donkerder, bijna zwart. Ik voelde mezelf in elkaar zakken. ‘Noémi, je mag de controle niet verliezen!’ riep ik. Ik voelde de pijn, ik voelde het verdriet. Ik voelde wat ik in geen eeuwen had gevoelt. Noémi zou ontploffen als ze nu niet kalmeerde. Ik wou dat ik iets kon doen, maar zou een gewone toverspreuk genoeg zijn om hun allebei te stoppen? Ik moest het in ieder geval proberen. Ik greep mijn toverstok stevig beet en richtte hem op Areanos. ‘Avadra Kedavra!’ riep ik luid. Zonder te kijken of het gewerkt had richtte ik meteen naar Noémi. ‘Paralitis!’ Meteen verstijfde ze. Opgelucht haalde ik adem terwijl ik wachtte tot het vreselijke gevoel af zou nemen. Beetje bij beetje verdween het felle licht en uiteindelijk kregen haar ogen ook haar kleur weer terug.


Pas verder na 7reacties!

Reageer (7)

  • kittypoeszz

    verder verder verder
    (dance)(hoera)_O_(yeah)

    1 decennium geleden
  • kittypoeszz

    eerste reactie
    ga vlug verder
    dit is zo spannend .........

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen