7. Trip to the War

'We moeten iets doen' zeg ik.
Iedereen knikt.
'Ik en Damien kunnen het beste op verkennings tocht uit, Damien is ontzichtbaar en ik lijk het meest op een doodnormaal tienermeisje' zegt Jade.
De rest stemt in.
'Ik en Matt kunnen best ook gaan kijken wat er aan de hand is' zei Claire.
Iedereen stemt weer in.
'Dan blijven ik en Telyne wel hier' zei Aimée, ik knikte.
Wij konden absoluut niet mee, ik had elven oren en Aimée kon niet tegen water.

De volgende dag stonden we met z'n alle aan de westelijke bosrand.
'Doe voorzichtig' zeiden ik en Aimée tegen iedereen.
Daarna vertrokken ze.
Matt en Claire gingen zuid en Damien en Jade gingen noord.
'Ik denk dat ik voortaan maar veder ga onder de naam Nealie' zeg ik als we bij het meertje zitten.
Aimée knikt.
'Het is een mooie naam' zegt ze.
Ik ga languit in het gras liggen.
Af en toe worden we gestoord door knallen en geschreeuw.
Tegen de avond lopen we terug naar onze schuilplaats,
wanneer zullen de anderen terug komen?