A ranger/traitor 1
Will keek het huisje rond. Het voelde leeg aan. Zo leeg dat het bijna pijn deed. Het was ondertussen al jaren geleden dat Crowley met het idee was gekomen dat hij en Halt voor buitenlands aangelegenheden zouden worden. Will had dat een goed idee gevonden en bijgevolg waren Halt en hij weer samen in het leen Redmont komen te wonen. Nu hadden beide vrienden besloten, dat het echt wel eens tijd werd om op pensioen te gaan. Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst twee weken geleden hadden ze hun gouden eikenblad gekregen. En was Will alleen in het kleine huisje dat veel te groot aanvoelde. Alsof ze voelde dat hij behoefte had aan gezelschap drukte Ebben zich kwispelend tegen hem aan.
“Kom je het baasje wat opvrolijken?” Ze blafte kort.
“Ik zal maar wat te eten gaan maken.” Misschien voelde hij zich beter als hij wat om handen had. Terwijl hij bezig was in het kleine keukentje moest hij weer denken aan de eerste dag dat hij bij Halt was. Hij kon zijn pesterige stem al bijna horen. Hij moest maar zo snel mogelijk beginnen met de laatste opdracht die hij van Halt gekregen had. ‘Aangezien je nu toch plaatst hebt’, had zijn oude leraar gezegd, ‘en er nog een heleboel oude knarren zijn die maar al te graag op pensioen zouden gaan, wordt het eens tijd dat jij een leerling krijgt.’ Will had het eigenlijk al voelen aankomen. De laatste maanden had Halt het regelmatig gehad over hoe je het kon zien of iemand het in zich had om een grijze jager te worden of niet, maar hij had alle vragen van Will ontweken. Het kon jaren duren voordat een geschikte kandidaat opdaagde. Grijze jagers moesten over behoorlijk wat talenten bezitten, daarom waren er toch altijd een paar die uitkeken naar mogelijke leerlingen. En soms duurden het daarna nog jaren voordat die jongens de juiste leeftijd hadden en natuurlijk moesten ze nog jarenlang trainen voor ze een echte grijze jager waren. En nu moest Will een dergelijke jongen zien te vinden en hem die jaren van training geven. Gemakkelijk zou dat niet zijn, maar Will was in zijn hele leven nog nooit moeilijkheden uit de weg gegaan en dat was hij nu ook niet van plan. Wat hem betrof zou die jongen beter vandaag dan morgen komen, maar hij moest geduld hebben, zoals Halt het hem geleerd had.
Miko manoeuvreerde soepel door de mensenmassa heen. Hij had eigenlijk een hekel aan de drukte en lawaaierigheid van de stad. Veel liever zou hij in het dorpje zijn gebleven waar hij veertien jaar lang met zijn vader had gewoond, waarvan de eerste vier met zijn moeder, maar daar kon hij zich nog nauwelijks iets van herinneren. Hij kon zich haar gezicht niets eens meer herinneren. Hij was vastbesloten omdat met zijn vader niet voor te hebben. Zijn vader… De wond was nog vers en elke herinnering deed pijn. Zijn vader die jaren de kou van de harde Skandische winter had weten te weerstaan kon toch niet sterven in de druilerige winter die ze hier in Araluen gewend waren? Dat dacht Miko toch, tot enkele maanden geleden… Nadat zijn vader was gestorven, had één van de buurvrouwen, aangeboden om hem in huis te nemen, maar Miko had geweigerd, ze had haar handen al vol aan haar eigen zeven kinderen en breed hadden ze het zeker zien. Hij wou niemand tot last zijn. Zijn vader was, nadat hij wegens een wonde het boogschieten had moeten opgeven, timmerman geworden.Miko kende het vak echter niet goed genoeg om het in zijn eentje te doen. Daarom was hij naar de stad getrokken om werk te zoeken. Hij was echter klein en mager en niemand wou hem als knecht hebben. Er was echter één ding dat je goed kon als je zo klein was en dan nog eens vliegensvlug en dat was…
“Mijn beurs! Hier jij kleine dief!” Miko zette het op een lopen. Vliegensvlug dook hij door de mensenmassa heen. Hij dook wat kleine straatjes in die hij de afgelopen maanden op zijn duimpje had leren kennen. Hij dook een portiek in waar hij doodstil bleef staan. De man die hem achterna zat kwam puffend de hoek om. Hij verwachtte niet dat Miko zou zijn blijven staan en zag hem daarom niet. Toen de man uit het zicht verdwenen was, kwam Miko weer tevoorschijn. Hij bekeek de buit van vandaag. Niet slecht. Het enige wat hij vandaag nog hoefde te doen was eten. Toen keek hij om zich heen. Hij had het gevoel dat hij bekeken werd. Er was niemand te zien. Of toch? Bewoog er ginds niet iets? Miko keek nog eens. Niets, hij moest het zich verbeeld hebben.
Reageer (16)
Dat klinkt als een potentiele leerling...
6 jaar geledenWat! Gaat die vuile dief grijze jager worden?
8 jaar geledenZou grappiger zijn als hij er met Will zijn beurs was weggelopen!
Ik quote alle beste zinnen en/of stukken. 8 jaar geleden
Ik neem een bladwijzer, ik ga eerst nog de serie zelf uitlezen.
9 jaar geledenSuper verhaal!!! Eindelijk grijze jager ook ik lees me eerst bij en dan ABO!!
1 decennium geleden