Schrijfwedstrijd Juneau, Opdracht 2
Ik sla mijn wekker uit. Tien uur. Niet vroeg, maar alsnog niet laat genoeg naar mijn smaak. Met moeite worstel ik me uit de dekens en, als ik even later weer verticaal ben, loop naar de badkamer. Onderweg gris ik wat vuile kleren, een borstel en mijn gezichtstonic mee om ze éindelijk weer eens te brengen naar waar ze horen. Een eigen huis is fijn, maar het opruimen is iets waar ik na al die jaren nog steeds aan moet wennen.
Vanuit een la haal ik een handdoek en gooi hem op de dichte wc-klep. Daarna zet ik de douche alvast op negenendertig graden. Heerlijk om je dag mee te beginnen. Vooral als het ook nog eens van dat koude en natte weer is, brrrr. Om nog maar niet te spreken van al het ijs dat normaal lopen praktisch onmogelijk maakt.
Na het douchen doe ik de cabine af en droog mijn lichaam en haar. De handdoek wikkel ik om me heen en bibberend sprint ik richting mijn slaapkamer voor wat kleren. Een wijde blouse, een oude broek en nog wat wollen sokken, dat is voor nu wel goed. Vanavond doe ik mijn nette kleren wel aan, mezelf kennendezou ik ze toch niet zo lang schoon kunnen houden. Ik draai mijn natte haar in een losse staart en loop terug naar de keuken. Met een laatste kijkje in de koelkast vul ik mijn boodschappenlijstje aan en begin aan mijn ontbijtje. Zo nog even langs de winkel voor de laatste inkopen en dan kan ik aan het echte werk beginnen.
Die avond ben ik, zoals altijd wanneer ik in tijdnood denk te zijn, veel te vroeg klaar. De tafel is gedekt, de kaarsen branden en het eten is al aan zijn laatste bereidingsronde bezig.
Geërgerd haal ik een hand door mijn haar en loop maar weer eens naar de spiegel. Weer pruts ik aan mijn haar, weer wrijf ik inmiddels niet meer bestaande make-upvegen weg en werp daarna wéér een blik op de gele smileyklok boven de televisie. Nog vijf minuten, nou... een kwartier, Celina kennende. Het zou me niets verbazen als ze nu nog gehaast haar mascara op staat te doen.
Misschien moet ik nog maar even naar de wc gaan, dan zit ik niet al na twee wijntjes met een overvolle blaas. Op mijn blote voeten wandel ik richting mijn badkamer die, in tegenstelling tot normaal, volledig is opgeruimd en schoongemaakt. Ik doe de wc open en net als ik door mijn knieën ga, gaat de deurbel.
Vlug snel ik terug naar de woonkamer, stap in mijn pumps, kijk nog een laatste keer in de spiegel en loop dan tevreden naar de deur. Ondertussen wordt er nog een paar keer ongeduldig gebeld en daarmee wordt mijn vermoeden bevestigd. Mijn gasten zijn er. Met een glimlach van oor tot oor en de blijdschap van een klein kind dat jarig is open ik de deur.
‘Merry Christmas !’ Roepen mijn drie beste vriendinnen in koor en we vliegen elkaar om de hals. Wat heb ik hen toch gemist die laatste paar jaar, zeker nadat we onze hele schooltijd alles samendeden.
‘Kom binnen, kom binnen.’ De glimlach is niet meer van mijn gezicht af te slaan en zal daar ongetwijfeld de hele avond blijven liggen. Ik pak de jassen aan en hang ze aan mijn geïmproviseerde kapstok – bestaande uit een plastic dienblad en wat voorwerpen als eierdopjes en lege nagellakflesjes. ‘Ga alvast maar zitten, het eten is zo klaar.’ Met een kurkendraaier open ik de rode wijn die ik had klaargezet en ik schenk de glazen op tafel vol. Daarna laat ook ik me aan tafel zakken. ‘Willen jullie nu jullie cadeautjes of na het eten ?’
'Nu !’ Riley grinnikt.
‘We hadden afgesproken dat we geen cadeau’s zouden doen.’ Celina kijkt me met een blik aan die ik alleen kan typeren als “Celina’s blik”. De betekenis ervan is meestal beschuldigend, maar niet op een gemene manier.
‘Maar nu we het toch over cadeau’s hebben...’ begint Eline geheimzinnig. ‘Wij hebben ook iets voor jou.’
‘Sukkels, dat moeten jullie toch niet doen !’
‘Wat nou sukkels, jij hebt ook wat voor ons gekocht.’ Ze glimlacht even tussendoor. ‘Maar het is sowieso geen groot cadeau, of zoiets hoor. Gewoon iets wat we zagen liggen en móesten hebben.’
Celina’s hoofd verdwijnt onder tafel en een paar tellen later overhandigd ze me een rechthoekig, pakje.
Voor ik het papier eraf scheur, weeg ik het eerst af met mijn hand. Het is niet heel zwaar, maar ook niet licht en de vormen die ik voel brengen me naar een idee. ‘Is het een boek ?’
Riley knikt wild met haar hoofd. ‘En ik weet zeker dat je het mooi zult vinden. Het is van een topschrijfster en het verhaal is echt helemaal, super, ongelofelijk geweldig !’ Ze stuitert half op en neer op haar stoel. Iets dat dus nog niet veranderd is sinds de middelbare school.
Mijn verwachtingen zijn inmiddels gegroeid en voorzichtig begin ik aan het papier te peuteren. Ik duw een van mijn nagels tussen een plakbandje en het papier en probeer het op deze manier los te krijgen.
‘Zeg, we hoeven het papier niet terug hoor,’ onderbreekt Eline mijn worsteling met het pakketje.
‘Goed, goed,’ ik zucht en scheur dan een heel stuk van het papier eraf. Een deel van een boek komt te voorschijn, maar nog steeds heb ik geen idee welke het is. Nu moet ook het laatste stuk inpakpapier eraan geloven en kan ik het boek in zijn geheel zien.
Mijn ogen glijden over de prachtige kaft. ‘Aaaaaaaah,’ gil ik en ik spring op van mijn stoel. ‘O mijn god, hoe... wat... ik.. hoe hebben jullie dit gedaan ?’
‘Connecties,’ antwoordt Celina simpel en ze haalt haar schouders op. ‘Vind je het leuk ?’
In plaats van antwoord te geven ren ik om de tafel heen en vlieg mijn vriendinnen om de nek. Het allermooiste cadeau wat ik me kon wensen, heb ik zojuist gekregen. Mijn eigen boek.
Reageer (1)
Misschien hoor ik dit niet te lezen, omdat het een schrijfwedstrijd is. Maar het is echt super goed. Dan lees je de beschrijving van wat de opdracht is, en omdat je weet wat er moet komen; vraag je je af wat het nou is dat je droom is. En je blijft maar doorlezen omdat het toch wel je aandacht trekt, en dan op het eind; je eigen boek. Weet je, dat is gwn zwaar geniaal. Het tot het laatste woord spannend houden. Ik mag jou schrijfstijl wel (:
1 decennium geleden