Miss Invisible [Marie Digby]
Ze duwde haar donkerrode bril wat verder haar bezwete neus op. Haar grote rugzak had ze hoog opgetrokken. Verwonderd keek ze om zich heen. De andere leerlingen leken stuk voor stuk dertig centimeter groter. Ze stond in de weg, een laatstejaars beukte haar opzij. Boos streek ze haar paarse coltrui weer glad, maar ze was te bang om er iets over te zeggen.
Charlien heette het meisje. Ze was duidelijk eerstejaars. Ze was overdonderd door de grootte van de school en wist duidelijk niet hoe ze zich moest gedragen. Onhandig schuifelde ze mee met de anderen, werd verweven in heb web van de massa en werd onzichtbaar voor een buitenstaander. Ze probeerde haar eigen gekriebel in haar agenda te lezen, opdat ze wist waar ze moest zijn, maar door het geduw en getrek kon ze het niet ontcijferen. Ze raakte in paniek. Ze wilde haar allereerste dag op haar nieuwe school niet te laat komen.
Lokaal 308, daar moest ze zijn, realiseerde ze zich toen de eerste bel rinkelde. Ze trok haar rugzak nog iets verder op en wurmde zich door de mensen. Het was op de derde verdieping, dat wist ze, en ze hoopte dat ze eenmaal daar de weg wel kon vinden.
Ze wilde naar haar lokaal rennen – de eerste bel was namelijk al gegaan – maar door de massa werd dat onmogelijk. Charlien had het idee dat ze werd omgeven door reuzen – ze moest recht omhoog kijken om hun gezichten te zien – en kreeg het benauwd. Ze begon sneller te ademen. Een groot deel van de massa moest echter op de eerste verdieping zijn en de trappen werden wat rustiger. Charlien haalde opgelucht adem toen de rest van de massa bij de tweede verdieping de trap verliet. Ze sprintte de laatste trap op en met een rood hoofd kwam ze bovenaan tot stilstand. Het was stil op de derde verdieping. Ze zag twee meisjes – ze schatte hen zestien – een lokaal in lopen, waar ze werden verwelkomd door geschreeuw. Charlien slikte en begon langs de lokalen te hobbelen.
Haar lokaal vond ze aan het einde van de gang. Zachtjes klopte ze op de deur voordat ze hem opende.
Meisjes met make-up, zonnebrillen en handtassen. Jongens met lage broeken, een ‘net uit bed’-look, en petten. Charlien keek naar haar voeten terwijl ze het lokaal inliep en op de voorste rij ging zitten. Ze hoorden meisjes fluisteren, voelde dat ze naar haar wezen, maar weigerde zich om te draaien.
Hoewel ze het hard probeerde, Charlien kon haar draai op school niet vinden, ze paste nergens bij. Ze droeg geen make-up, zoals alle meisjes uit haar klas. Ze was niet stoer genoeg om met de jongens om te gaan. Ze was niet welgebekt, ze was niet spontaan en ze was anders. Men vond haar lelijk en irritant terwijl ze haar niet kenden.
Elke dag zat ze alleen aan de lunchtafel die het dichtst bij de uitgang van de kantine stond. Ze las vaak een boek terwijl ze de boterhammetjes die haar moeder die ochtend voor haar had klaargemaakt opat. Zo leek ze minder alleen, dacht ze. Zo verschool ze haar tranen achter de bladzijdes.
Er was nooit iemand die naast haar kwam zitten.
Haar moeder raadde haar aan zich op te geven voor de schoolfanfare. Charlien had van jongs af aan al trompet gespeeld en haar moeder wist zeker dat ze een aanwinst zou zijn. Ook leek het haar een goede manier om vrienden te maken, maar dat vertelde ze haar dochter niet. Dat zou ze vanzelf wel merken, bedacht ze.
Met klamme handen borg ze haar trompet na de eerste repetitie op. Ze wist niet wat ze er van moest vinden. Ze had met niemand gepraat, ze had geen vrienden gemaakt, maar er had ook niemand haar uitgescholden. Een klein glimlachje verscheen op haar gezicht.
‘Lelijkerd,’ mompelde een voor haar onbekend persoon terwijl ze langsliep. Ze boog haar hoofd en liep stevig door. Ze probeerde niet te huilen. Het was het niet waard, zei haar moeder altijd. Maar Charlien had nog nooit gehuild omdat iets dat waard zou zijn, slechts omdat ze zo veel pijn had dat de tranen zich niet tegen lieten houden.
Tranen vertroebelden haar zicht en lieten haar over een losliggende tas op een van de laatste treden struikelen. De laatste stukje van de trap viel ze naar beneden. Een hard lachsalvo volgde. Ze krabbelde snel overeind en probeerde in de massa te verdwijnen. Ze vocht tegen haar tranen.
Ze zat aan haar gewoonlijke tafel, deze keer zonder een boek voor haar neus. Ze bekeek haar geschaafde elleboog.
‘Hé, gaat het wel?’ hoorde ze iemand vragen. Ze ging er vanuit dat het niet tegen haar bedoeld was, maar keek toch op. Een paar blauwe ogen keek haar bezorgd aan. Charlien kende het meisje wel, ze zat ook bij de fanfare. Elisa heette ze. Charlien knikte schuchter.
Elisa ging naast haar zitten.
Who sits under the bleachers
Just another day eating alone
And though she smiles
There is something she's hiding
And she can’t find a way to relate
She just goes unnoticed
As the crowd passes by
And she'll pretend to be busy
When inside she just wants to cry
She'll say...
Take a little look at the life of Miss Always Invisible
Look a little harder, I really really want you to put yourself in her shoes
Take another look at the face of Miss Always Invisible
Look a little closer and maybe then you will see why she waits for the day
When you'll ask her her name
In the beginning, in the first weeks of class
She did everything to try and fit in
But the others, they couldn’t seem to get past all the things that mismatched on the surface
And she would close her eyes when they laughed and she fell down the stairs
And the more that they joked
And the more that they screamed
She retreated to where she is now
And she'll sing...
Take a little look at the life of Miss Always Invisible
Look a little closer I really really want you to put yourself in her shoes
Take a little look at the face of Miss Always Invisible
Look a little harder and maybe then you will see why she waits for the day
When you will ask her her name
Then, one day just the same as the last
Just the day spending counting the time
Came a boy who sat under the bleachers just a little bit further behind...
Reageer (2)
Leeuk!!
1 decennium geledenLeuk! Snel nog één? ^^
1 decennium geleden