Blauwe plekken
Ik zit op me kamer en kan niet meer stoppen met huilen. Me moeder is al wekenlang me aan het slaan. Ik heb weken lang Lisa ook niet meer gezien. En ik eet al dagen niet meer. Ik sta op en bekijk mezelf in de spiegel. Au! Die blauwe plek doet behoorlijk zeer. Ik kijk en zie op me buik een enorme plek. En me arme zitten ook onder. Als ik op me wekker kijk zie ik dat ik naar school toe moet. Ik pak me tas en ga voorzichtig naar beneden. Me moeder mag me niet horen, want anders heb ik nog een blauwe plek te pakken. Ik sluip naar beneden en ik zie dat me moeder op de bank ligt te slapen. Ik loop naar de deur, en doe hem zachtjes open. Dan ren ik als een gek naar buiten en ik blijf door rennen tot ik op school ben. Tijdens wiskunde let ik niet echt op. Ik zit een beetje uit het raam te kijken. Ik snap echt helemaal niets van die sommen. ik zit al een tijdje niet meer naast Lisa. De laatste tijd zit ik alleen omdat ze zegt dat ik raar doe. Misschien doe ik dat ook. Maar ik wil gewoon niet vertellen wat er nu thuis gebeurt. Of moet ik het toch maar wel een keer vertellen? Ik raak weg uit me gedachte toen er op me tafel word geklapt. Het is meneer Den burg. Hij kijkt me aan en zegt dat ik veder moet met me sommen en dat ik niet moet lopen dagdromen, Ik denk dat hij weg loopt. Maar dan kijkt hij naar me armen. Ik doe mijn mouwen wat meer omlaag. Hij mag het niet zien. Maar het is al te laat. Hij vraagt of ik met hem mee wil lopen. Wat moet ik zeggen? De waaheid?
Reageer (1)
spannend snel verder gaan
1 decennium geleden