Verward keken ik en Sara om ons heen. 'En nu?' fluisterde ik. Mijn verloofde haalde haar schouders doelloos op. 'Daar is een deur, laten we eens gaan kijken of we hier weg kunnen...' mompelde ze iets later.
Ik knikte en liep achter haar aan. Jammer genoeg kwam de deur uit op een enorme gang en het leek er niet naar dat we de uitgang snal zouden vinden.
'En nu?' viel ik in herhaling. Sara zuchtte en keek me aan. 'Ik weet ook niet alles, hoor. Ik ben niet bepaald een genie in het vinden van de weg in een onbekend huis.'
Na een poosje in het huis rond te lopen en nadat we voor de derde keer dezelfde vaas paseerden, stonden we kibbelend stil. 'Ik heb je toch gezegd...' 'Jij zei helemaal niets! ik moest het allemaal doen!' 'Ach houd je mond toch!'
En dan schoot een een pijnvlaag door mijn hoofd. 'Auw!' Verbaast keek ik naar de schoen die op de grond lag. Twee tieners stormen de hoek om, een jongen, die er een beetje duivels uitzag en een meisje, dat voor niets anders dan de jongen voor haar oog had, en de jongen voor haar.
'Is deze van jou?' gromde ik boos en smeet de schoen naar de jongen. Zijn ogen werden groot en hij scheeuwde 'Nee!'.
Iets later holden we met z'n allen achter de schoen aan...

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen