Hoofdstuk 2
Ik schrik van de deur die achter me dichtslaat wanneer ik thuis kom. Snel ren ik de trap op en haal het laddertje dat naar zolder leidt omlaag. Een stofwolk komt me tegemoet. Ik ga voorzichtig de krakende treden op en als ik boven ben, zoek ik boven mijn hoofd naar een touwtje om het licht aan te doen. Ik vloek wanneer ik het niet onmiddellijk vindt. Een tweede vloek verlaat mijn mond wanneer ik te hard trek en ik het touwtje in mijn handen heb. Ik raas het trapje af, waarbij ik bijna over m'n eigen voeten struikel, en ga mijn zaklamp uit mijn slaapkamer halen. Ik heb geen tijd te verliezen, schakel het lampje aan, steek het in mijn mond en klouter opnieuw het zoldertrapje op. Eens boven, neem ik het terug in mijn handen en laat het over de zolderruimte glijden.
Komop Sarah, waar heb je dat ding gelaten?
Een lichte paniek begint vat op me te krijgen wanneer ik het voorwerp waar ik zo wanhopig op zoek naar ben niet meteen vindt. Plots zie ik het. Mijn gitaar. Met krakende passen wandel ik er naartoe, neem haar op en doe het schouderbandje om. Ik steek het lichtje terug aan en plaats het opnieuw tussen mijn lippen. Voorzichtig klim ik de trap terug af. In mijn haast spuw ik de zaklamp, die nu met een plof neerkomt en uitgaat, uit mijn mond en laat de trap voor wat ze is. Ik hol naar beneden en grijp gewoon de hele fruitschaal wanneer ik besef dat dit sneller gaat dan er een stuk te proberen uit gritsen. Met een stevige pas loop ik naar mijn auto en zwier de gitaar en het fruit op de achterbank. Iets sneller dan wettelijk toegestaan rijd ik opnieuw naar de Beekmanhoeve. Ik parkeer een eindje van de schuur en neem de schaal en mijn instrument mee.
Zo stil als ik kan ga ik binnen, mijn ogen speuren naar het zakje met koffiekoeken dat ik achterliet. Tot mijn grote vreugde ligt er enkel nog een stuk gescheurd papier. Maar van het meisje is geen spoor te bekennen. Aarzelend ga ik opnieuw in het midden van de vloer zitten en neem mijn gitaar op mijn schoot.
"Ok, daar gaat ie, sorry als het vals klinkt." zeg ik, half tegen mezelf.
Ik probeer een simpel melodietje. Na nog enkele snaren wat aangespannen te hebben, speel ik het liedje uit mijn kindertijd. Opnieuw wordt het ritme aangevuld door een zacht getik van ergens achter een hooibaal.
Reageer (1)
oehh, verder!!
1 decennium geleden