Ambush
Een tal van helmen steekt uit boven het met bladeren bezaaide landschap. Af en toe wordt het landschap onderbroken door bomen, reikend tot de hemel. Brede, imposante bomen. Het is winter, ondraaglijk koud. Achter één van die bomen houdt een soldaat zich schuil. Af en toe seint hij naar zijn medesoldaten. Eén vinger omhoog, wijzend naar de andere kant, terwijl hij een draaiende beweging maakt. ‘Lloyd?’ klinkt er vanuit een kuil, of zoals de soldaten zouden zeggen, hun "foxhole". Een jongen met zijn helm schuin op zijn hoofd, plaatst zijn hand achter zijn oor. Matt is zijn naam, Matt Conagher. Afkomstig van het plattenland, een onervaren plattelandsjochie. Nu strijdend bij de voetinfanterie. Hij strijkt nog een keer trots over zijn geweer, zijn Thompson. Hij maakt een rochelend geluid, waarna vervolgens een klodder spuug op zijn hand belandt. Hij smeert het op zijn geweer en begint er met zijn mouw overheen te wrijven. Al snel begint het zwarte metaal te glimmen. Hij is bereid tot alles, alles voor zijn land. Een nationalist in hart en nieren.
Vanuit de verte klinken rommelende geluiden. De takken van de bomen trillen bij elke klap een beetje meer. Het beetje sneeuw dat nog op de takken ligt, valt met hoopjes naar beneden. Lloyd is inmiddels al achter zijn boom vandaan gekropen, naar zijn ‘foxhole’. Hij strekt zijn armen uit en geeft een tik tegen de helm van Matt. ‘Kijk ons hier nou zitten.’ Hij gooit zijn handen achter zijn nek en gooit zijn benen over de rand. Het is al laat en het gros van de soldaten ligt te pitten. Ze hebben beide de wacht. Natuurlijk ligt de kolonel ook gestrekt. Zijn hoofd rust op zijn behaarde armen met daarop een tatoeage van een of andere pin-up. Soms wordt de stilte onderbroken door een luid gesnurk. Even verderop klinkt dan wat gerommel, gevolgd door een pijnkreet. ‘Au! Idioot.’ Ze kijken elkaar beide grijnzend aan. ‘Als we één iemand moeten overleveren aan die Duitsers, dan Hernandez.” Lloyd lacht zachtjes, terwijl Matt snurkgeluiden maakt.
Een paar uren en vele slokjes whisky later begint het zachte licht van de zon door de bomen te schijnen. Verscheidene hoofden beginnen boven de grond uit te steken, allemaal met het ijs al op hun gezicht gevormd. Het is nog een tamelijk rustige ochtend. Matt wrijft zijn handen tegen elkaar en blaast er warme lucht langs. De condens wolkjes stijgen ritmisch op naar boven, strijkend langs zijn grauwe gezicht, waarna ze vervolgens oplossen. De meeste soldaten zitten er terneergeslagen bij. Verlangend naar huis, hun vrouw, hun kinderen. Het grootste gros zou al veel overhebben voor een paar warme sokken. Lloyd staat op, strekt zich uit met krakende geluiden tot gevolg. Hij schudt zijn benen los, alsof hij aan het dansen is. ‘Het is wel de bedoeling dat als ik weer thuiskom, ik weer door het huis kan zwieren met mijn meisje.’ Een paar plagende geluiden weerklinken vanachter de bomen. Hij trekt zijn wenkbrauwen verontwaardigd omhoog en loopt vervolgens weg, uit het zicht van Matt. Op zijn gemak zoekt hij een goed plekje uit. Hij knielt neer, gooit zijn veldfles op de grond en pakt vervolgens zijn scheergerei uit zijn jaszak. Hij smeert de nog overgebleven scheerschuim op zijn huid, glijdt nauwkeurig met het mesje over zijn schrale huid en plenst vervolgens wat water over zijn gezicht. Bij de aanraking van het koude water op zijn gezicht, schokt zijn lichaam even. Net als hij op het punt staat om op te staan, hoort hij geritsel vanuit de bosjes. Hij spitst zijn oren en kijkt rond, op zijn hoede. Als hij zijn rug toekeert naar een bramenstruik, steekt er langzaam de loop van een geweer uit de struiken. Nog onwetend kijkt Lloyd rond. De trekker wordt langzaam overgehaald. Een zachte klik is hoorbaar. Matt draait zich donderssnel om. Met een roterende beweging komt de kogel op hem af. Vanuit het niets komt Lloyd op Matt af gesprongen. Het ijzeren projectiel schampt nog net langs zijn arm. Hij gooit zijn hele lichaam tegen hem aan en samen belanden ze op de harde aarde. ‘Indringers,’ schreeuwen ze beide luidkeels. ‘Medic, medic! MEDIC!’ roept Lloyd nog na. Hij trekt meteen zijn geweer en begint lukraak op de struik te schieten. De kogels vliegen in het rond. Het zweet begint zijn op zijn voorhoofd te vormen, waarna zijn hoofd steeds roder wordt. Na enig gekreun laat hij het geweer zakken. Met een blik van voldoening loopt hij naar de struik. Hij opent zijn mond en spuugt op het lichaam. ‘Smerige Duitser.’ Hij schopt nog even na en haast zich vervolgens naar Matt, die zich ondertussen al tegen een boom aan heeft laten zakken. Af en toe sijpelt er wat bloed langs zijn arm. Hij steekt z’n hand naar achteren en haalt een klein zilveren flesje tevoorschijn. Hij draait gehaast het dopje eraf en zet het aan Matt zijn mond. ‘Drink. Het verdooft.’ Een sterkte drank lucht dringt zijn neus binnen. Lloyd duwt het tuitje van het flesje haast zijn mond in. Tegen zijn wil in neemt hij een grote slok. Er komt een grote hoestbui opzetten met een brandend gevoel in zijn keel achterlatend. De afschuw is duidelijk van zijn gezicht af te lezen.
Na een zacht geritsel komt er vanachter de struikjes een helm tevoorschijn. Het Amerikaanse vlaggetje siert de helm. Behoedzaam richt Matt zijn geweer op de struikjes. ‘Rustig maar. Het is de medicus maar.’ Er verschijnt een soldaat met een witte band met daarop een rood kruis. ‘De schade is beperkt gebleven,’ zegt Lloyd. De medicus legt provisorisch een verbandje om zijn arm en wrijft er zachtjes over. ‘Het zal nog wel even blijven bloeden, vanwege de kou.’ Vervolgens lopen ze gezamenlijk terug naar de groep, niet wetend dat ze weldra verrast zullen worden. Wanneer ze zich eenmaal allemaal weer gevestigd hebben in hun kuilen, wordt een strategisch plan besproken. Deze wordt bruut onderbroken wanneer er verschillende schoten worden gelost. Enkele soldaten vallen meteen neer. Meteen ontstaat er paniek, chaos. De overgeblevenen duiken weg, in hun positie met hun geweer paraat. Het gaat er niet meer om hoe goed ze schieten, maar om zoveel mogelijk Duitsers neer te knallen. Matt kijkt opzij, in Lloyd zijn ogen. ‘We zullen die Duitsers eens laten zien wie hier de baas is.’ De kogels vliegen hun letterlijk om de oren. Vanuit het niets valt er een granaat in de nabijgelegen kuil, met een ontploffing tot gevolg. Met een doffe klap valt er iets voor de ogen van Lloyd neer. Een arm. Hij kijkt nog eens goed, knippert geschokt zijn ogen en ziet dan de tatoeage van een pin up. ‘Verrek! De kolonel. De kolonel zijn arm.’ Hysterisch kijkt hij om zich heen, waarbij zijn ogen van de ene ooghoek naar de andere schieten. Ineens voelt hij iets op zijn schouder, de hand van Matt. ‘Pak als de wiedeweerga je geweer. We hebben nu geen tijd voor sentimenteel gedoe.’ Op het moment dat beide omkijken, staan er ineens twee paar zwarte laarzen voor hen. Voorafgaand met een haast onverstaanbare taal voor beide, voelt Matt iets kouds tegen zijn slaap. Hij kijkt Lloyd aan en kijkt weer terug. In een fractie van een seconde wordt het schot gelost, de kogel boort zich in zijn hoofd. Vrijwel meteen gutst het bloed uit zijn hoofd. Hij zakt in elkaar, met zijn ogen nog wijd open. Matt sluit zijn ogen en bidt. Na een zachte klik, schiet er een drukkende pijn door zijn hoofd. Langzaamaan zakt zijn lichaam ineen, omgeven door een zwart landschap.
Een klein gedeelte van dit bataljon overleefde het niet. Uiteindelijk werd het gebied na exact één week en twee dagen ingenomen. Het gros van de Duitsers sneuvelden daarbij, maar een aantal werden als gevangen gehouden. Na deze overwinning stond de mannen een nog grotere uitdaging te wachten.
Reageer (3)
Op sommige momenten herhaal je hun namen echt te vaak, wat het een beetje irritant lezen maakt. Voor de rest vind ik het een goed opgebouwd en gestructureerd verhaal. De plotselingen overgang vond ik goed. You never know what will happen. Goed gedaan.
1 decennium geledenArme Lloyd en Matt. Ja, that's all I can say haha.
1 decennium geledenEn ik denk dat jij ook een goeie kans maakt op een hoog cijfer.
Oooh, zo awesome! Echt geweldig geschreven, het voelde echt alsof ik in de bossen bij Bastogne zat haha.
1 decennium geleden