10.1 Blue and yellow makes green.
Ik zat eenzaam in de kantine. Ik had helemaal geen honger en was mijn brood aan het vermoorden. Er ontstond een steeds grote hoop aan stukjes brood voor me op tafel. En straks zou het zonder problemen in de prullenbak belanden. Net zo als… ach, laat ook maar. Ik had geen zin meer om kwaad over Paloma te denken. Het had toch geen zin meer.
“Mag ik erbij komen zitten?” vroeg plots een melodieuze stem.
Ik keek verbaasd op. Edward stond naast de stoel naast de mijne. Hij was al van plan te gaan zitten, dat zag je zo. Wat mijn antwoord ook zou zijn. Ik waagde het er toch maar op. “Nee. Ik wil alleen zijn.”
Edward haalde zijn schouders op en plofte neer op de stoel. “Hoe gaat het?” vroeg hij zonder zich te ergeren aan het feit dat ik hem hier eigenlijk niet wilde hebben.
Ik zuchtte. “Gaat wel, met jou?” mompelde ik terug terwijl ik doorging met het vermoorden van mijn brood. Het begon met levenloze dingen, daarna insecten (wat iedereen wel deed) met leedvermaak, daarna dieren… kleine kinderen… volwassenen. En toen was je plots een seriemoordenaar. Zou het zo echt gaan?
“Prima, dank je.” Edward bleef even stil. “Dus.”
“Dus wat?” vroeg ik nors.
Edward bleef even stil en grinnikte. “Hoe zit het nou tussen jou en Paloma? Waarom zitten jullie niet meer bij elkaar?” Hij was in één keer weer serieus.
“Omdat we elkaar niet mogen, duh,” mompelde ik terwijl mijn brood helemaal op was. Ik wilde uit mijn broodbak een ander broodje pakken om ook te vermoorden, maar de ijskoude hand van Edward hield mijn hand erbij weg. Hij pakte zonder iets te zeggen mijn broodbak af en legde het naast zich neer. Aan de andere kant en dus niet mijn kant. “Hé!” reageerde ik er laat op. “Waarom pak je het nou af. Het is wel mijn eten hoor!”
“Wat je niet opeet. En daar is eten voor gemaakt,” zei Edward droog. “Maar om weer terug te komen op het vorige onderwerp. Jullie mogen elkaar niet?” Zijn wenkbrauwen schoten omhoog.
“Nee. Nooit gedaan. Ik dacht dat dat best duidelijk was.” Ik gaf Edward een geïrriteerde blik.
“Het zag er anders behoorlijk gezellig uit,” ging Edward er rustig tegenin.
“Verkeerd gezien dan,” siste ik hem geërgerd toe. Man, ik wist nu al dat hij me op mijn zenuwen ging werken, en goed ook. Misschien moest ik bij hem een stinkbom in zijn kluis gooien.
“Doe maar niet,” zei Edward plots.
“Huh, wat?” Verward keek ik hem aan.
“Niets. Laat maar,” klonk er bot uit zijn mond. “En ik weet zeker dat ik het niet verkeerd gezien heb.”
“O nee? En hoe weet je dat zo goed dan?” vroeg ik terwijl ik hem arrogant aankeek.
Edward glimlachte scheef. “Misschien kom je er nog wel eens achter.”
Verbouwereerd keek ik hem aan.
Edward schoof mijn broodbak naar me toe. “Beloof me dat je het op eet?”
Ik stak mijn tong naar hem uit ten teken dat ik niet naar hem ging luisteren. Wat dacht hij wel niet?
“Ik zie je wel weer, Aliance,” glimlachte hij met dezelfde glimlach en hij stond op. “Dag.” Hij liep de kantine uit nadat hij nog kort zwaaide. Ik nam de moeite niet om terug te zwaaien. Wie dacht hij wel niet wie hij was? Kort nadat Edward was verdwenen ging de bel alweer.
Met een zucht stond ik op en gooide mijn tas over mijn schouder. Ik had er even geen zin in. Waar moest ik heen? Ik had geen flauw idee. Misschien wist Paloma het wel… WOW! Wat dacht ik nou weer? Ik moest Edward echt in elkaar gaan slaan. Dat gesprek was niet goed voor me geweest.
De nacht was erg rusteloos voor me. Ik kwam er maar niet doorheen. Was ik eindelijk in slaap gevallen, viel ik na een uur weer uit bed en was ik weer een uur of twee wakker. En dat ging de hele nacht zo door. Al mijn ledematen deden pijn en ik wist niet of ik vandaag ging overleven. Misschien moest ik maar vragen aan pap of hij me ziek wilde melden.
Ik schudde de gedachte van me af. Ik was niet zwak. Ik ging gewoon naar school en die overleefde ik. Met gemak. Rond zessen hoorde ik pap vertrekken naar zijn werk. Wat moest hij daar zo vroeg? Binnen een half uur stond ik beneden helemaal klaar. Ik zocht in de keuken naar enig teken van een briefje. Ah, daar lag er al één.
Sorry lieverd.
Spoedgeval. Onder het briefje ligt de krant waar de reden in staat.
Nogmaals sorry.
Pap.
Ik verfrommelde het papiertje en smeet hem in de prullenbak. Voordat ik met het krantenartikel begon, maakte ik brood voor vandaag klaar. Ik moest wel. Straks verhongerde ik juist vandaag als ik niets meenam. Altijd het zekere voor het onzekere.
Ik begon een armzalig ontbijtje naar binnen te werken terwijl ik de krant voor mijn neus schoof. Een artikel stond omcirkeld. Hij kende me te goed. Ik zou eerst de hele krant doorzoeken, omdat ik het nergens zag staan. Maar ik las soms wel meerdere dingen over het hoofd.
“Moorden hier in de omgeving?” prevelde ik ontzet. Ik nam niet eens de moeite meer om het artikel te lezen. Waarom werd pap op deze zaak gezet? Straks gebeurde er nog iets met hem. Ik rilde bij die gedachte en ik had spontaan geen honger meer. Wat ik niet eens had. Ik gooide mijn eten weg en bleef stilletjes aan de keukentafel wachten tot het tijd was om naar school te gaan. Helaas ging het sneller dan verwacht. Ik zag er compleet tegenop.
Ik liet mijn hoofd op de tafel landen. Ik moest weg, maar ik wilde écht niet. “Kom op nou,” gromde ik tegen mezelf. Met enige moeite wist ik mezelf in beweging te krijgen. Ik sleepte mezelf naar de gang om daar mijn jas en schoenen aan te trekken. Vervolgens pakte ik mijn tas om daarna het regenachtige weer in te gaan.
Op naar weer een geweldige dag op Forks High.
Reageer (2)
verder (typing)
1 decennium geledenYEH verder
1 decennium geleden